PP2 AP" AP2
-,y vr-u/v vr ((Xa Xb) {Xa Xp) (Ya Yp)S~
(A A Ap) -j- (Ya Yp) Aft I
Breng de eerste vorm ook op de noemer AB~. Na enige herleiding is het rechter lid te
te schrijven als
\(XA - XB) (Ya Yp) (Ya Yb) (Xa - XP)\ 2
AB"
pp (Xa-Xb) (Ya - Yp) -(Ya- Yb) (Xa - XP)
of PP„ -AB
We noemen nu:
XA-XB x YA-YB y
XA Xp x' YA-YP y'
\'x- y2 AB l
De formules luiden nu
PP,=*y' 7"y en AP,
Vindt men PPt. positief, dan ligt P links van
AB; vindt men PPV negatief, dan ligt P rechts
van AB.
Controle op de berekening geeft x'~ -j- y'2
PP2 AP2.
De berekeningen worden in onderstaand for
mulier uitgevoerd.
Berekening loodlijn en voetpunt van een gegeven punt op een gegeven Iyn
Men kan opmerken, dat in bovenstaande for
mules geen vergrotingsfactor voorkomt, hoe
wel de gemeten lengte zal afwijken van die
welke uit de coördinaten wordt gevonden.
Men dient dan te bedenken, dat
a. de gemeten afstand niet altijd bekend is:
b. er uitzetgegevens worden berekend en
men tevoren niet weet met welke meet
band en bij welke temperatuur de asuit-
zetting zal gebeuren, zodat er ondanks
toepassing van een vergrotingsfactor in
het terrein verschillen zullen worden ge
vonden;
c. degene die de uitzetgegevens gebruikt dus
zelf in het terrein zal moeten indelen, want
op de asuitzettekening wordt bij het eind
punt van de meetlijn de lengte I genoteerd.
76