Basismeting Afsluitdijk
67
door P. Groenewoud, technisch ambtenaar bij de Landmeetkundige
Dienst van het Kadaster te Zwolle.
M. Groot, technisch ambtenaar bij het bureau Ruilverkaveling van
het Kadaster te Groningen.
Inleiding
Een aantal nationale driehoeksnetten in
Europa is in de periode 1945'47 verenigd
tot een centraal Europees driehoeksnet. Dit
net is later met nog enige andere landelijke
driehoeksnetten uitgebreid.
Door deze ontwikkeling werd het noodzake
lijk aanvullende richtingsmetingen te verrich
ten ten behoeve van de onderlinge aanslui
ting van de nationale driehoeksnetten en
tevens het aantal Laplacepunten l) en bases
uit te breiden. Op het symposium over de
hervereffening van het Europese driehoeks-
net (München 1962) sprak men voor het
eerst de wenselijkheid uit in het Noordwesten
van ons land een nieuwe basis te meten.
De keuze van de ligging van de basis viel op
de Afsluitdijk tussen Friesland en Noord-
Holland.
De basis op de Afsluitdijk vervangt tevens de
verloren gegane basis bij Stroe, zodat ons pri
maire driehoeksnet ingesloten wordt door
deze nieuwe basis, de basis bij Meppen
(1960), de basis bij Bonn (1892) en de basis
bij Zeebrugge (1938).
De basis-Afsluitdijk dient dus allereerst voor
de hervereffening van het Europese drie
hoeksnet. Ze geeft tevens een schaalcontrole
van ons primaire net. Tenslotte wordt deze
basis opgenomen in een testnet voor elektro
nische en elektro-optische afstandmeters.
1) Een Laplacepunt is een punt waar zowel een astro
nomische lengte- als een azimutsbepaling is uitge
voerd.
1De basis bij Stroe
Alvorens een verslag te geven van de basis
meting op de Afsluitdijk is het wellicht inte
ressant een kort overzicht van de basismeting
bij Stroe te geven. Deze meting geschiedde
in 1913 en stond o.l.v. Prof. ir. Hk. J. Heuve-
link. Gemeten werd met een van invar ver
vaardigde meetstaaf van 4 m lengte, welke
in dwarsdoorsnede een H-vorm vertoonde.
Aan weerskanten van deze staaf werd d.m.v.
microscopen afgelezen. De meting vond over
dekt plaats, d.w.z. in een tent die steeds ver
plaatst werd.
In het buitenland waren met invardraden van
24 m lengte reeds zeer gunstige resultaten be
haald. Men had ook in Nederland dergelijke
draden aangeschaft maar van het gebruik er
van werd nog afgezien omdat men de door de
Zweedse generaal Jaderin aan het eind van
de vorige eeuw ontwikkelde methode met vrij-
hangende draden nog enigszins wantrouwde.
De basistoestellen met meetstaven zijn nu in
middels buiten gebruik geraakt. De basis bij
Stroe had een totale lengte van 4320 m, die
verdeeld was in 8 secties 1 van 288 m en 7
van 576 m)
De samenstelling van het personeel was als
volgt:
8 ingenieurs, 10 assistenten, 46 arbeiders.
Totaal 64 man.
Men mat 's morgens van 5 uur tot 12 uur.
Hierdoor had men enige waarborg tegen wer
ken bij hoge temperatuur, men had weinig
hinder van het verkeer en de losse arbeiders