69
De basis op de Loenermark bestaat uit een
interferentie-basis en een invardraad-ijkbasis.
De interferentie-basis bestaat uit zeven pijlers.
De eindpunten en het middelste punt zijn in
kelders onder deze pijlers vastgelegd.
De totale lengte van deze basis bedraagt
576,09226 m.
De lengte is gemeten met behulp van licht-
interferentie tot op 0,05 mm nauwkeurig
Methode Vaisala)
Evenwijdig aan deze basis loopt de invar
draad-ijkbasis.
Deze basis bestaat uit 24 slagen van elk 24 m.
Het begin-, eind- en middelste punt is ver
zekerd door een betonnen pijler.
De slagen worden gemarkeerd door betonnen
paaltjes waarop een meetmerk geplaatst kan
worden.
De lengte van de basis wordt bepaald uit de
interferentie-basis door het meten van de
richting en de afstand naar de eindpunten van
de invardraad-ijkbasis vanaf de opgelode
ondergrondse verzekeringen van de interfe
rentiebasis. De ijklengte van de draad wordt
uit deze afstand bepaald.
Met elke draad is voor en na de basismeting
3 a 4 maal in heen- en teruggang over de ijk-
basis gemeten.
Opvallend bij deze ijking was dat één draad
de eigenschap had korter te worden. Het ver
schil in ijking voor en na de basismeting be
droeg voor deze draad 0,14 mm. Dit verschijn
sel werd tijdens de basismeting reeds gesigna
leerd doordat het verschil in afstand per sec
tie met de drie andere draden tijdens het ver
loop van de basismeting steeds groter werd.
4. Plaats van uitvoering van de meting
De basis is gekozen op de Afsluitdijk tussen
de Stevinsluizen aan de Hollandse kant en de
Lorentzsluizen aan de Friese kant. De lengte
van de basis bedraagt 24 km. De sluistorens
zijn als eindpunten gebruikt. Op deze sluis
torens zijn permanente meetpijlers gemetseld
terwijl in de voet verzekeringsbouten zijn aan
gebracht. Wanneer op deze pijlers wordt af
gesloten moet de basis echter op twee plaatsen
worden geknikt. Deze knikpunten liggen res
pectievelijk op ongeveer 1900 en 2300 meter
van de Lorentzsluizen. Deze zijn op dezelfde
wijze verzekerd als de sectie-eindpunten.
De basis ligt geheel in de 15 meter brede gras
berm ten Noorden van de weg en behoudens
bij parkeerplaatsen leverde het geheel geen
bezwaar op voor het verkeer.
De drie zijden van de basis zijn ieder een veel
voud van 24 m lang. Dit in verband met de
lengte van de invardraden.
Stevinsluizen Lorentzsluizen
tig. 1 (niet op schaal)
De basis bestaat uit 21 secties.
De lanqe zijden zijn verdeeld in secties van
1200 m.
Deze secties zijn weer onderverdeeld in sla
gen van 24 m.
De slageindpunten zijn verzekerd met houten
palen van 160 cm lang, die 70 cm boven de
grond uitsteken.
De sectie-eindpunten zijn verzekerd met dub
bele stalen buizen (doorsnede 10 en 15 cm).
De binnenste is 1 m diep de grond in gedreven
en volgestort met beton. Hierop is het meet
merk bevestigd. De buitenste buis is om de
eerste buis een halve meter diep ingegraven
en witgeschilderd. Deze dient om verstoring
van de binnenhuis te voorkomen.
5. Organisatie en uitvoering van de meting
De algehele coördinatie van de werkzaam
heden berustte bij Ir. M. Haarsma van de
Rijksdriehoeksmeting te Den Haag. De invar-
draadmetingen op de Afsluitdijk en de ijk-
metingen op de Loenermark-basis stonden
onder directe leiding van Ir. G. Bakker van de
afdeling Geodesie van de Technische Hoge
school te Delft. Hierbij waren totaal 29 per
sonen betrokken. De meting aan de Afsluit
dijk begon 6 september 1965 en duurde tot en
met 23 september 1965. Op twee dagen werd
niet gemeten vanwege wind en regen. De eis
was gesteld dat bij regen en bij een wind
kracht groter dan 4, schaal Beaufort (7,8
m/sec) niet gemeten werd.
De lengtemeting werd uitgevoerd door 4 ploe
gen bestaande uit personeel van de Rijksdrie
hoeksmeting, Landmeetkundige Dienst van
het Kadaster en Ruilverkaveling, studenten
van de Technische Hogeschool te Delft en
drie Duitse landmeetkundigen. De waterpas
sing werd door de Meetkundige Dienst van
de Rijkswaterstaat uitgevoerd.
Elke ploeg bestond uit zes man, t.w.:
2 waarnemers, 2 spanbokhouders, 1 secretaris,
1 rekenaar.
Op de plaats van de meting waren de reke
naars niet aanwezig. Deze bevonden zich in
één van de drie dijkhuizen op de Afsluitdijk en
kregen via een ordonnans de gegevens van
de metingen. Elke ploeg beschikte over een
invardraad en een reservedraad.