153 kregen nl. 2500,en zou de nieuwe eige naar oppervlakte winst hebben gemaakt. Daarom is het gewenst ter voorkoming van onbillijkheden bij de toedeling met de ver- wachtingswaarde aan de voorzichtige kant te blijven en alleen die factoren in de verwach- tingswaarde te betrekken, die vóór de uitvoe ring van de verkaveling met een behoorlijke mate van zekerheid bij de 2e schatting geëlimineerd zullen worden. Dit dwingt er dan toe, de overige factoren niet in de verwachtingswaarde te betrekken, maar de waardering geheel naar de tweede schatting te verschuiven en hiervoor een zgn. verrekenpost te stellen. Terugkerend tot de vraag, welke factoren bij de le en welke bij de 2e schatting dienen te worden betrokken, verdient het aanbeveling om bij de beantwoor ding ervan de factoren te gaan splitsen in twee groepen: a. een groep factoren die het potentiële op brengstvermogen van de grond in nadelige zin beïnvloeden, zoals een slechte water huishouding, storende lagen, onegale lig ging e.d.; b. een groep factoren, die los staan van de potentiële opbrengstkracht van de grond, maar wel het netto-rendement ten ongun ste beïnvloeden, als een slechte ontsluiting, ongunstige perceelsvorm en -grootte, ver snipperde percelen, ongunstige ligging t.o.v. de bedrijfsgebouwen. De eerste groep factoren is met name van in vloed op de opbrengstzijde van de produktie, de tweede groep op de kostenzijde ervan. De bij de le schatting vastgestelde aftrekken betreffen veelal de zuiver bodemkundige fac toren en de waterbeheersing, de zgn. objec tieve factoren sub a. Zij bepalen het verschil in gebruikswaarde tussen grond vóór en na de verkaveling en geven derhalve de gefixeer de waardevermeerdering aan. Bij de 2e schat ting zal nagegaan worden of deze gefixeerde waardevermeerdering inderdaad is behaald (art. 98 sub b) De aftrekken waarvan bij de le schatting sprake is, zullen dan gemiddeld tot nul terug gebracht moeten zijn. Alle tekortkomingen van de percelen zullen immers door de werken op geheven dienen te zijn. Bij de le schatting blijven voorshands een aantal produktiefac- toren buiten beschouwing, aangezien hier tijdens de ruilverkaveling niet te voorziene wijzigingen kunnen optreden. Het zijn de sub jectieve factoren sub b. Bij de 2e schatting zal ook de waardever meerdering van deze factoren nagegaan wor den. Deze twee-deling impliceert niet, dat in elke verkaveling bij de le schatting rekening moet worden gehouden met al deze en dergelijke factoren, waarvan hierboven reeds sprake was. In het proces-verbaal van le schatting is het wel mogelijk een onderdeel als grondver betering buiten de le schatting te houden, wanneer dit slechts incidenteel is en dan de toedelingswaarde te baseren op de huidige situatie. Tot een dergelijke oplossing wordt gemakkelijker besloten naar mate het plan van voorzieningen minder gedetailleerd is. Even tueel kan bij de le schatting wel aanteke ning worden gehouden van de aan de grond klevende gebreken, teneinde deze aantekenin gen bij de 2e schatting te gebruiken. Het voorkomt dat, vooral indien ingrijpende cul tuur-technische verbeteringen zijn aange bracht, de oude situatie in details niet meer bekend is, hetgeen met het oog op een billijke kostenverdeling minder gewenst is. In verband met het bovenstaande is het dien stig nog op te merken, dat de verschuiving van de factoren als grondverbeteringswerk zaamheden, kavelinrichtingswerkzaamheden naar de 2e schatting, principieel verschilt van de verschuiving van de waardering van de subjectieve factoren naar de 2e schatting, die wèl in de verwachtingswaarde zijn betrok ken. In het laatste geval vindt eigenlijk een schatting plaats van de percelen, alsof zij goed verkaveld zijn enz., doch alleen het vast stellen van de aftrekken is voor deze produk- tiefactoren naar de 2e schatting verschoven. Ware dit nl. niet het geval, dan zouden bijv. de onregelmatige percelen een lagere ver wachtingswaarde moeten krijgen dan per celen met een gunstiger vorm, evenals de ver afgelegen en kleine percelen een lagere waar de per ha zouden krijgen dan de grotere huis kavels. Dit nu is niet het geval. Voorts is er nog een derde groep factoren, die wel van belang zijn voor de produktieve waarde van de grond, maar de geschatte ver wachtingswaarde niet beïnvloeden. De ruil verkaveling brengt hier in het algemeen geen wijziging in, afgezien van de eigendoms- of gebruiksrechten. Het betreft factoren als schaduw- of wor- telschade van aangrenzende houtopstanden, de landbouwkundige hinder van utiliteitswer-

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1966 | | pagina 9