180 Sacy, Mémoire sur la propriété [oncière en Êgypt). Langzamerhand werd de onderdruk king nu zwaarder en de belastingen hoger. Tussen 743 en 783 waren er daardoor ver schillende opstanden van de Koptische chris tenen met als gevolg verwoesting door de Arabieren van kerken en kloosters en confis catie van goederen. Een constante vervolging werd ingezet; van de zes miljoen inwoners restten er ten tijde van de Turkse bezetting slechts 150000! Toen in 1517 Selim I Egypte veroverde, was het land tussen de Mammelukken verdeeld. Hij verving deze door militaire gouverneurs, die eerst de belastingen regelden en het sys teem iltizam (leengoed, Fr. concession de fief) invoerden. In de mammelukkentijd on derscheiden wij: 1. goederen van de fellah (de gebruiker); 2. goederen van demoultazim, genoemd ,,de oussieh", die ca. 1/3 van het land bezaten en 3. goederen van de moskeeën enz. Dit onderscheid bleef feitelijk zo tot het be wind van Mohammed Ali (Volney). Hoewel de sultan eigenlijk de eigenaar van alle grond was, kon hij door tussenkomst van de heren" (de moultazim) de belasting op de fellah- gronden wijzigen. De fellah kon echter de gronden overdragen aan zijn kinderen, zelfs deze gronden verkopen, al kwam dat zelden voor. De oussieh werden voor het grootste deel de latere wakf, de goederen in de dode hand. vooral in Neder-Égypte; zij maakten in totaal ongeveer 1/10 van de fellah-gronden uit. De moskee-goederen bestonden al vanaf de Ara bische bezetting. In de 19e en 20e eeuw vonden ook in Egypte sociale en economische modificaties plaats, zoals die zich in Europa reeds hadden inge burgerd. Het meest bekend zijn die van Mo hammed Ali, vice-koning. De goederen van de Mammelukken vervielen aan de schatkist. Tijdens de Franse bezetting 17981801 werd om aan geld te komen opgericht het in de geschiedenis van Ottomaans Egypte eerste algemene bureau voor registratie en nationale domeinen, natuurlijk onder Franse directie. (Wij laten dus een niet-al- gemene, niet-verplichte registratie alleen voor de Mammelukken van 1761 buiten beschou wing.) Er was een termijn gesteld van 60 dagen voor de dorpen en 30 dagen voor Kaïro. Alle daarna niet-geregistreerde goede ren werden door de Staat (le Divan de la Rep. Frangaise) genaast. In alle straten en openbare gebouwen werden bekendmakingen aangeplakt en herauten riepen de eigenaren op voor de inschrijving. De titelhouders moes ten daarbij bovendien hun identiteit als eige naar bewijzen. Bonaparte schonk weinig aan dacht aan de vele onrechtvaardigheden, welke al spoedig bleken. Hij moest in de eerste plaats geld zien. Een kortstondige revolutie eindigde met de executie van een paar sjeiks (hun lichamen werden over de fortmuur ge gooid). Uitvoering stuitte ook nog op andere moeilijkheden: zo waren b.v. de registers van de Miri (belasting op gronden, gereserveerd voor de sultan) strikt geheim. Voor de bijhou ding werd zelfs een apart soort schrift, het quirmeh, gebruikt. De betrokken ambtenaar weigerde aanvankelijk. Hij gaf eerst toe, na dat men hem gevangen had gezet. Documen ten, hierop en op de kadastrering betrekking hebbende, zijn gereproduceerd en vertaald in het artikel van Ibrahim el Mouelhy, opge nomen in .Bulletin de l'Institut d'Egypte, tome XXX, blz. 208 v., Cairo 1949. Mohammed Ali richtte in 1813 een nieuw ka daster op, waarbij de gronden in 3 klassen werden verdeeld naar opbrengst en belasting druk. Door verschillende maatregelen groeide de opbrengst van de grondbelasting van 2 miljoen fr. in 1798 tot 25 miljoen in 1821 bij een ongeveer gelijk inwonertal. De boer werd de staatsgrondbewerker, maar deze be greep de invoering van nieuwe culturen (in digo, kamfer e.d.) niet goed, waardoor het nieuwe systeem niet die vooruitgang bracht, die men beoogde. Na de dood van Mohammed Ali stond het land voor enorme uitgaven t.b.v. irrigatiewer- ken, constructie van spoorwegen e.d. Daarom moest er dus, zo ongeveer tussen 1840 en 1880, een beroep worden gedaan op krediet verlening door Europese landen. Hierdoor ontstonden grote schulden. Mede om die kwijt te raken werd de wet van 1871, bekend als Makabalah, uitgevaardigd (in 1880 werd die echter al weer ingetrokken). Na 1880 vinden wij op de ruim 900000 km~ van Egypte niet meer dan 33. cultuurgrond, voornamelijk in het Nijldal en de Delta. Er zijn nu 4 categorieën grond te onderscheiden: staatsdomein, vrije grond, particuliere grond (of milk) en wakf-goederen. Domeingronden zijn er ca. 155000 feddans 155000 X 4282 m2); de woestijngronden en oases zijn vrij gebied; voor vestiging is toestem ming van het gouvernement vereist; op milk-gron-

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1966 | | pagina 12