172 matenplan als het ware steeds één pas voor de uitvoering uit. Daar door het hand over hand toenemende autoverkeer de plannen op het gebied van de wegenbouw snel veroude ren, is deze werkwijze bij een matenplan voor een weg het meest efficiënt. Bij een stedebouwkundig plan voor een ont worpen stadswijk worden grotere delen tege lijk in uitvoering genomen. Het matenplan voor het overbrengen van een uitbreidings plan naar het terrein zal daarom van meet aan heel wat gegevens moeten bevatten. Omdat juist bij de stadsuitleg het matenplan naam gemaakt heeft, zullen we wat uitvoeri ger behandelen, hoe in Dordrecht de gang van zaken hierbij is. De stedebouwkundige ontwerpt een plan en gebruikt daarbij als ondergrond een kaart, waarop zowel de bestaande situatie als de kadastrale percelen zijn weergegeven. Deze kaart op schaal 1 2000 of 1 1000 wordt ge leverd door de landmeetkundige afdeling. Het stedebouwkundige plan geeft een over zicht van bebouwing, straten, groenvoorzie ning, parkeerterreinen e.d. van de nieuwe stadswijk. De wegen zijn onderverdeeld in rijbanen, par- keerstroken, tussenbermen, rijwielpaden en trottoirs, waarvan de breedtematen zijn inge schreven. Van de bebouwing is de breedte der blokken aangegeven, benevens de diepte van voor- en achtertuinen en de breedte der brandgangen. Met een aanduiding wordt aangegeven, wat er in een bepaald bouwblok moet worden ge bouwd. De betekenis van de aanduiding vindt men in het bebouwingsvoorschrift. B.v.: A. eengezinshuizen, minimale voorgevel breedte 5,5 m, goothoogte min. 5 m, max. 6 m. C. bejaardenwoningen verplicht. O 12. flatgebouw in 12 woonlagen op een onderverdieping. Op tekening 1, een gedeelte van een uitbrei dingsplan dat momenteel in uitvoering is, zijn deze aanduidingen te vinden. Als de stedebouwkundige zijn plan gereed heeft, wordt het eerst binnen de dienst op zijn merites getoetst. Vervolgens wordt het voorgelegd aan B. en W. en beoordeeld door de bouwcommissie een commissie uit de Raad. Daarna komt het in de gemeenteraad, wordt ter visie gelegd en als er geen bezwaren binnen komen en Gedeputeerde Staten het betreffen de Raadsbesluit goedkeuren, is hiermee de wettelijke procedure ten einde. Intussen begint men met het maken van een bestek voor het leggen van riolering en nood- bestrating in het gedeelte van het plan, waar het eerst met bouwen zal worden begonnen. De landmeetkundige afdeling levert de basis- kaart voor de bestekstekening. Deze basis- kaart is een kaart op schaal 1 500 van de bestaande toestand, waarin het stedebouw kundige plan is ingetekend. Tijdens dit in tekenen, waarbij we veel gegevens door af passing van de kaart verkrijgen, worden de hoofdlijnen van het plan, i.e. de assen dei- wegen, meetkundig bepaald in het coördi natenstelsel der Rijksdriehoeksmeting. Men zal hierbij echter niet lukraak te werk kunnen gaan. Eerst bekijken we de verbindingen van de nieuwe wijk met de huidige stad. Een weg komt de wijk binnen als verlengde van een bestaande weg; we stellen de ligging van de wegas vast door middel van een coördinaten- berekening uit de opmeting van de bestaande weg. Op een andere plaats is de wijk verbon den met de stad via een weg, die met een tunnel een spoorbaan haaks kruist. Het argu ment van de wegas berekenen we met behulp van de opmeting van de spoorbaan, waarna we nog één punt van de as aan de kaart ont lenen. Vervolgens besteden we aandacht aan die gedeelten van het plan, waar iets gehand haafd blijft van de bestaande toestand. Ergens is bebouwing geprojecteerd langs een watergang, die als vijver gehandhaafd zal worden, waarbij we rekening moeten houden met de door de afdeling plantsoenen gewenste taludbreedte. In het plan is een bestaand pad opgenomen, waar sommige elementen van het plan mee samenhangen. Kortom, overal waar iets gehandhaafd blijft van de bestaande toe stand, moeten we voorzichtig zijn met het ont lenen van gegevens aan de kaart. Moeten we de ligging van een wegas aan de kaart ontlenen, dan bepalen we twee snijdin gen met ruitlijnen. We berekenen dan direct het argument, de functies sinus, cosinus, tan gens en cotangens en stellen vervolgens de lijnvergelijking op, zodat al de gegevens van een as in de berekening bij elkaar staan. Het komt vaak voor, dat er zijstraten van een weg zijn geprojecteerd loodrecht op deze weg. Is het argument van een wegas bepaald, dan kennen we ook die van de zijstraten, ja soms wel van de halve wijk.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1966 | | pagina 4