Grondeigendom in Egypte,
vroeger en nu
176
door W. Koopmans.
oud-ambtenaar van het Kadaster
Pour comprendre les institutions d un paysil
faut remonter a ses premiers croyances
Fustel de Coulanges
De Egyptische beschaving kennen wij min of
meer tot de tijd dertig eeuwen voor onze jaar
telling. Zij is de oudste, ons bekende. Uit tal
loze archeologische vondsten, uit monumen
ten, authentieke, prachtig bewaard gebleven
geschriften kunnen wij vrij goed de ontwikke
lingsgang volgen. Dit geldt ook voor de ge
gevens omtrent de (grond) eigendom, die
veranderde met de zich wijzigende levensom
standigheden. Het is gelukkig, dat Egypte
reeds geschreven wetten had (misschien wel
één van de weinige landen was die zo vroeg
reeds geschreven wetten kende). De invloed
op andere landen was vrij groot.
Uit de oudste tijd
Egypte is een smalle strook zwarte aarde te
midden van onmetelijke woestijnen. Die
strook, de Nijlvallei, is een van de vruchtbaar
ste van de gehele wereld, op verschillende
plaatsen met een 25-meter-dikke laag teelt-
aarde, gedurende duizenden jaren gevormd
uit het Nijlslib. Het is dus wel een geschenk
van de Nijl".
Herodotus schreef dat Egypte bevolkt was
door goden (H 11-67). Geen wonder dus, dat
één van die vele goden (Seb) als de bezitter
van alle grond werd beschouwd. Seb was
tevens de bewerker van alle voorspoed, be
schermer van levenden en doden. En natuur
lijk was de fortuinlijkste, de gouverneur, tege
lijk de door die god gekozene. De theocra
tische feodaliteit van de eigendom ontwikkel
de zich waarschijnlijk uit die geloofsovertui
gingen. Eerst veel later gingen de politieke
aspecten bovendrijven. De seigneur, helper
gods, sprak recht, inde belastingen en gaf in
zijn grafschriften hoog op van zijn onkreuk
baarheid. Het klinkt ons als een verontschul
diging in de oren!
Steeds meer deed zich in de lange geschiede
nis de noodzaak van vereniging gevoelen. Het
begon ongetwijfeld met het uitoefenen van
macht door de „grote huizen'' over de omrin
gende dorpen. Volgens de doctrine van
Heliopolis werd die vereniging samensmel
ting van macht uitgebreid. De geestelijke
macht liet de godennamen ongehinderd,
meestal echter werden die veralgemeend door
aan de namen de godsnaam SE toe te voegen
of door een triade te vormen, die gold voor
één. De goden wisselden met de koningen:
HORUS was de eerste in de IVe dynastie,
RE in de Ve-VIIe dynastie, Ammon in het
Middenrijk. De koning was de incarnatie van
verschillende goden. In hem moest men de
eenheid zien. Hij bezat dus ook alle grond.
Hij was god.