177 In het begin (Ie-Ve dynastie) waren er twee soorten van eigendom: het koninklijk domein of ,,se" en het tempelbezit (dat men onder de Lagiden noemde „noter hotpou" geestelijke goederen). Blijkens een inscriptie van Mten (3100 v. Chr.) kende men drie soorten van goederen: erfgoed, goederen verkregen uit koninklijke bewilliging en geruilde of ge kochte goederen. Van alle drie soorten ken nen wij teksten: voor wat de tweede soort betreft een tekst, luidende „hem wordt over gedragen door middel van een An-souten-a koninklijk charter) het domein Bischeit, groot 3 aroures 3 X 2200 m), grond met personen enz.' voor wat de laatste soort be treft een tekst: „hij heeft door ruiling 200 maten gecultiveerde grond, met vele boeren half-slaven) „des konings" enz. ver worven", en: „aan zijn kinderen deed hij een andere gift in de vorm, voorgeschreven voor het koninklijk charter half-authentieke akte), opgemaakt door de koninklijke schrij ver Een andere, even interessante inscriptie is de stichtingsakte van een dignitaris aan het hof van Kephren uit 3200 v. Chr., volgens welke deze grond schenkt aan de geestelijkheid en waarin hij mededeelt, de eigendom te hebben verkregen door een schenking van zijn vriend de koning. In de IVe dynastie behoort nog steeds het grootste deel van de grond aan de koning. Er is echter ook een feodale eigendom te onder kennen in het zuiden en in de oude steden (Thanis, Abydos). In het begin van de volgende periode van de Ve tot de Xe dynastie vindt men reeds aan de koningsnamen RE toegevoegd: Shou wordt Sahou-re, Neferke wordt Neferkere en Teteke wordt Tetkere. De farao's worden ge noemd „de goede god" (noutir Nufir). Egypte begint de omringende landen te be strijden. Het land strekt zich uit tot de 2e cataract (Wadi Haifa). In Neder-Egypte ontwikkelt zich een nieuwe feodaliteit van ambtenaren door decentralisatie van de koningsmacht. Het koninklijk domein verarmt sterk. De troebelen en oorlogen in de Vile tot de Xe dynastie vinden wij terug in de inscrip ties van rijke graven (Beni Hassan). Er blijkt uit dat soms één van die ambtenaren als re geerder van een provincie bijna alle geculti veerde grond bezit, ja zelfs de zandvlakten. Zij zijn tevens geestelijke, onderhouden daar naast echter een vloot en een leger. Zij wor den genoemd „intieme vrienden van de koning" (aan wie zij verschillende diensten bewijzen). Hun kinderen trouwen met prinses sen. De priesters ontvingen veel giften van konin gen en grootgrondbezitters, om de dodencul tus voor hen in stand te houden en hun een goed hiernamaals te verzekeren. Hun invloed was groot, mede doordat uit hun midden de geleerden, de artsen, architecten en wetten- kenners gerecruteerd werden. De prinsen van Thebe wonnen de strijd om de Egyptische kroon. Zij streefden naar de eenheid van het land. In de bureaus van de vizier houdt men de lijsten van inwoners en vee bij. Dit geschiedde door inlevering van verklaringen van de familiehoofden. Het voor naamste doel was waarschijnlijk wel de in ning van de nodige belastingen. De koningen van de Xlle dynastie zijn nog wel machtig, maar zeker onder de invloed van de voortgaande beschaving beschou wen zij het vastgoed, het vee en de boeren niet meer als hun eigen zaken. Volgens de bijbel zou Jozef na de hongersnood voor zijn koning alle grond in Egypte hebben verwor ven (uitgezonderd moeten dan toch geweest zijn de geestelijke goederen, door de koning vrij van belastingen geschonken). Blijkens een inscriptie van Ramses I en het getuigenis van Herodotus werden omstreeks de 18e dy nastie aan elke soldaat 12 aroures grond cadeau gedaan. Das was mogelijk, omdat men vrij kon beschikken over de door de Hyksos veroverde gronden. Tussen de XVIIIe en de XXe dynastie vin den wij: koninklijke leengoederen en militaire leengoederen. Het tempelbezit groeit zonder ophouden. Als voorbeeld geven wij de tempel van Ammon, die onder Ramses IV omvatte meer dan 160 steden, 119000 boeren en vrij gemaakte slaven, 400000 stuks vee, één mil joen aroures grond, 336 gram goud, twee mil joen gram zilver enz., enz. Neder-Egypte was tussen de XXIe en de XXIVe dynastie niet geheel onderworpen aan de Ammonitische koningen. Onder de XXVIe dynastie voerde een koning uit het noorden, Bocharis, verschillende hervormin gen in, welke o.m. ook de grondpolitiek be troffen: hij stond landbouwers en hun pach ters toe vrij over hun grond te beschikken. De houders (pachters) konden hun eigendom bij

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1966 | | pagina 9