202
Foto 1
Samenstelling en werking
In hoofdzaak bestaat de installatie uit de
Contraves Rekenmachine Cora, het bedie-
ningstableau en de Haag-Streit Tekentafel,
alsmede een inleesapparaat dat afhankelijk
van eventuele reeds voorhanden zijnde appa
ratuur een 'band- of kaartenlezer kan zijn.
De digitale rekenmachine is naar keuze te
programmeren en kan een veelzijdig teken
programma verwerken. De rekenmachine be
stuurt zelf het tekenproces, d.w.z. hij regelt
o.a. de versnelling, vertraging en corrigeert de
daarbij optredende dynamische fouten bij
grote richtingverandering. Ondanks de be
reikte nauwkeurigheid van 0,06 mm is echter
de tekensnelheid hoog nl. maximaal 80 mm/sec
in beide asrichtingen.
Om de werkwijze in het kort te verklaren
nemen wij een eenvoudig voorbeeld, nl. een
punt A en een punt B (beide gegeven door
hun coördinaten) door een rechte lijn te ver
binden, Voor het tekenen van deze lijn moet
de rekenmachine overeenkomstig geprogram
meerd worden, d.w.z. eerst wordt het „teken
programma", waaronder het programma voor
lineaire interpolatie, ingelezen (vanzelfspre
kend zijn er vele programma's voor andere
interpolaties mogelijk, hierop wordt later nog
ingegaan)
De bedieningstechnicus maakt de besturings
band klaar, d.w.z. met b.v. een Flexowriter
worden de coördinaten van beide punten als
mede de code voor de gewenste interpolatie,
in ons voorbeeld „lineair" geponst. Hetzelfde
apparaat dat het tekenprogramma heeft ge
lezen, tast nu ook de besturingsband af, welke
het proces in gang zet en bestuurt. Het vol
gende speelt zich nu af:
Nadat de tekenkop naar het beginpunt (punt
A) is gestuurd, daalt de stift op het papier en
wordt de snelheid in de richting van B lineair
opgevoerd tot het maximum van 8 cm/sec.
Deze snelheid wordt gehandhaafd tot een be
paalde afstand van het eindpunt, nl. dezelfde
afstand als nodig is gebleken om de tekenkop
op snelheid te brengen vanuit punt A. De
tekenkop remt nu eenparig af totdat punt B
bereikt is en de stift wordt opgelicht.
Tijdens de „reis" van A naar B wordt door
lopend de gewenste positie van de wagen be
rekend; elke 10 milliseconden worden door
de rekenmachine de nieuwe gewenste coör
dinaten aan de stuurunit gegeven. Deze coör
dinaten, welke in de vorm van digitale sig
nalen door de rekenmachine worden gepro
duceerd, worden in analoge spanningen om
gezet om vergelijking met de positie van de
x- en y-wagens mogelijk te maken. De ver
schilspanning bestuurt nu de aandrijving van
beide wagens.
Omdat de rekenmachine naast het besturen
van de tekentafel ook andere opgaven kan
uitvoeren (b.v. oppervlakteberekening) is het
mogelijk ook andere apparatuur aan te slui
ten: leesapparaten voor ponsbanden of kaar
ten (voeding) en ponsapparaten voor banden
of kaarten (uitgang). De rekenmachine kan
in symbolische taal worden geprogrammeerd,
waartoe aansluitingsmogelijkheid bestaat voor
een schrijfmachine.
De rekenmachine rekent zuiver binair en be
schikt over een geheugen van 2048 woorden
van 24 bits; uitbreiding tot 4096 woorden is
mogelijk.
Foto 2