206 geschreven, waaronder 20 landmeetkundi gen. Een groot deel van deze inschrijvingen heeft plaats gehad op grond van de over gangsbepalingen. Er zijn twee landmeetkun digen ingeschreven na voldaan te hebben aan het examen. Enkele collega's zijn bezig zich voor te bereiden op deel III van het examen. Deze studie is dus niet bepaald populair te noemen, en het bestuur van de Stichting N.G.L. heeft getracht de oorzaken hiervan te analiseren. Alvorens hierop in te gaan, willen we eerst nog eens aangeven waaruit het examen bestaat. Voor de vakrichting landmeetkunde bestaat dit uit: Deel I: algemene wetenschappen, bestaande uit: wiskunde, natuurkunde, talen, staatsin richting en burgerlijk recht, sociale wet geving en arbeidsrecht. Deel II: omvat de technische vakken, be staande uit: geologie en bodemkunde, kosmo grafie en geodetische astronomie, landmeet kunde, waarnemingsrekening, fotogramme- trie, kartografie, kaartreproduktie, civiele techniek, berekeningen, landmeetkundig te kenen, administratief recht, inrichting kadas ter en ruilverkaveling, planologie. Deel III kan eerst afgelegd worden als de kandidaat tenminste 5 jaar op voldoende technisch niveau werkzaam is geweest en de delen I en II heeft afgelegd, of daarvoor vrij stelling heeft gekregen. Het bestaat uit een mondeling onderzoek na het indienen van een verhandeling 5000 woorden) met als onderwerp een technisch werk dat de kandidaat heeft uitgevoerd, of een studie van een technisch onderwerp, be horende tot: a. Administratie van de grondeigendom, cul tuurtechniek en civiele techniek: b. Landmeetkunde voor exploratiedoeleinden; c. Geodesie; d. Fotogrammetrie. Naast deze verhandeling moet de kandidaat twee werkstukken inleveren: a. Het origineel of een reproduktie op de zelfde schaal van een door hemzelf gemaakte kaartering 1 1000 of 1 2000 van een door hemzelf gemeten gebied van zodanige om vang, dat daaraan ca. twee maanden terrein- werk is besteed. Een der hoofdmeetlijnen van de grondslag moet door middel van een as tronomisch azimut zijn vastgelegd. De metingen en de berekening van dit azimut moeten tevens worden overgelegd, b. Een vlaktewaterpassing of een tachyme- trische opname van een terrein van zodanige omvang, dat aan de meting te verrichten met de methode der poolcoördinaten ca. drie weken veldarbeid is besteed. De hoogtelijnenkaart 1 1000 of 1 2000 uit de meting samen te stellen moet gecom pleteerd worden met een aantal dwarsprofie len. Bij de kaart, die in originali of als reproduktie op dezelfde schaal moet worden ingeleverd, dient een berekening van het grondverzet te worden gevoegd, nodig om het terrein te ega liseren. Bij een mondeling onderzoek wordt de kandi daat o.a. in de gelegenheid gesteld aan te to nen dat hij het door hem in de verhandeling behandelde onderwerp beheerst en dat hij van de theoretische grondslagen waarop de technische behandeling van het onderwerp is gebaseerd, voldoende kennis en inzicht heeft. Voor de delen I en II kan vrijstelling worden verleend van het examen, indien de kandidaat in het bezit is van het diploma van de Hogere Technische School, afd. landmeten, echter met uitzondering van de vakken Nederlands en Hogere Wiskunde. Hiervoor gelden af zonderlijke regels. Ook op grond van andere diploma's, b.v. Hoger Landmeetkundige P.B.N.A., kan gehele of gedeeltelijke vrijstel ling worden verleend, waarbij de vooroplei ding, b.v. het diploma H.B.S.-B weer een rol speelt. Dit wordt echter geval voor geval be oordeeld door het Bestuur. Het zeer kleine aantal inschrijvingen dat hier boven reeds is vermeld, is voor het Bestuur van de Stichting N.G.L. aanleiding geweest een bespreking te hebben met het Bestuur van de Stichting Ing. register. Namens de Stichting Ing. Register waren hierbij aanwezig de heren Ir. B. Scherpbier, voorzitter der Stichting, N. D. Haasbroek, voorzitter van de examencommissie en van Doggenaar, directeur en namens de Stichting N.G.L. de heren Rietveld Ing, E. Schrik- kcma Ing. en B. M. de Bruin. Het doel van deze bespreking was geenszins het niveau van deze examens te wijzigen of te verlagen, en de delen I en II zijn dan ook niet in discussie geweest. Ons bezwaar geldt de werkstukken die ge vraagd worden bij deel III van het examen en vooral niet omdat ze te zwaar zouden zijn,

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1966 | | pagina 14