212
Afgelezen chronometertijd T 9h10m15s.l
Correctie naar MET T 5m12s.O
<p 52°04'.X 20m30s.
Bepaal de grootheden nodig voor het be
rekenen van het zonsazimut.
4. Op hoeveel sterren moet men minimaal
richten bij de simultane lengte- en
breedtebepaling volgens Gauss?
Welk instrument wordt hierbij vaak toe
gepast?
sin h sin <p sin d -j- cos p cos d cos t
sin p sin t cos cp tg
Recht
Tijd: 150 minuten.
Administratief recht 75 minuten
Beantwoord de navolgende vragen kort en
zakelijk in de aangegeven volgorde.
1. a. Wat verstaat men onder een beschik
king in het administratief recht? Geef
enkele voorbeelden.
b. Op welke wijzen kan een beschikking
ongedaan worden gemaakt?
c. Hoe geschiedt de openbaarmaking van
een beschikking?
d. Zijn omtrent de beschikking algemeen
bindende regels in het administratief
recht vastgesteld?
2. a. Wat zijn de voornaamste uitgaven en
middelen van de gewone dienst uit de
Rijksbegroting 1966, uitgedrukt in per
centages?
b. Welke ontwikkeling heeft de voor
ziening in de collectieve behoeften in
de afgelopen eeuw in Nederland door
gemaakt en hoe komt dit in het be
grotingsbeeld tot uiting? Voor welke
collectieve behoeften ziet de huidige
regering zich geplaatst en hoe denkt
zij de voorziening hiervan te regelen?
c. Noem enkele controversiële punten,
die bij de behandeling van deze begro
ting in de Staten Generaal aan de orde
zijn geweest.
3. a. Indien twee of meer gemeenten ge
zamenlijk een dienst gemeentewerken
willen oprichten, hoe kan dit dan ge
schieden?
b. Aan welke kenmerken (richtlijnen) is
een openbare dienst uit administratief-
rechterlijk oogpunt gebonden?
c. Concretiseer deze kenmerken in een
concept taakomschrijving voor een
landmeetkundige afdeling van een ge
meentelijke dienst.
d. Noem enkele gevallen waarin preven
tieve goedkeuring van Gedeputeerde
Staten op gemeentelijke besluiten is
vereist.
Welke consequenties brengt dit mede
op privaatrechtelijk gebied?
4. a. Wat was het doel van de onteigenin
gen door middel van het KB van 1945
nr. F67?
Welke juridische bezwaren zijn hier
tegen gerezen en hoe zijn deze weer
legd?
b. Welke moeilijkheden van landmeet
kundige aard moesten bij deze onteige
ningen o.a. in Zeeuws-Vlaanderen
worden opgelost?
c. Behandel puntsgewijs de voorlopige
inbezitneming bij onteigening. Wat is
de invloed hiervan op de schadeloos
stelling?
d. Welke positie heeft de hypotheekhou
der in de onteigeningsprocedure?
Privaatrecht 75 minuten
1Bespreek de verschillen tussen echtschei
ding en scheiding van tafel en bed.
2. Welke redenen kunnen er zijn om een tes
tament te maken?
3. A koopt een huis van B. Wat is dit voor
een overeenkomst? Als B niet meewerkt
aan de levering, wat kan A dan doen?
4. In de N.J. 1966 nr. 154 is een uitspraak
vermeld van de President van de Recht
bank te 's-Gravenhage over de volgende
casus:
Hypotheeknemer A verhuurt pand in
strijd met in hypotheekakte opgenomen
(mede in de openbare registers ingeschre
ven) huurbeding aan B. Hypotheekhouder
eist later wegens wanbetaling door A de
hypotheeklening op en vordert, alvorens
tot verkoop ex art. 1223 B.W. over te
gaan, in een zowel tegen A als tegen B in
gestelde k.g.-procedure ontruiming van
het pand door B, de (relatieve) nietigheid
der huurovereenkomst inroepende en stel-