91 04 --02 3 213 lende dat B (dus) de woning zonder recht of titel occupeert. Wat denkt u van dit geval en hoe denkt u dat de uitspraak was? k.g.-procedure kort geding procedure. Landmeetkunde III Tijd: 150 minuten. 1. Pc In een punt Pc worden gemeten de rich tingen naar de bekende punten 1, 2 en 3: in een op kleine afstand van Pc gelegen punt Pexc de richtingen naar de bekende punten 2 en 4. De centreringselementen worden gemeten zodat de richtingen van Pexc kunnen wor den overgebracht naar Pc. Voorlopige richtingen van Pc naar 1, 2, 3 en 4 zijn resp. 0 gr, 100 gr, 200 gr en 250 gr. Voorts is Pc 1 Pc2 P(.3 Pc4 Z. a. Bepaal met richtingsgewichten gelijk aan 1 de gewichtscoëfficiënten voor maxi mum en minimum, uitgedrukt in r b. Indien Z 3,18 km, m 4 dmgr, is de nauwkeurigheid van deze puntsbepa- ling dan voldoende? (Zie formules na vraag 4.) 2. De formules van de HTW voor de be oordeling van tweezijdig volledig aange sloten veelhoeken gaan, indien de veel hoek gestrekt is, over in: q- i d'2 en i b [Z] '2 d'1. Geef een verklaring van deze formules, en geef aan hoe de hierin voorkomende grootheden bepaald worden. 3. Vergelijk met elkaar: a. c. d. Indirecte afstandmeting met horizon tale baak: Indirecte afstandmeting met verticale baak. Polygonering met hoekmeting. Polygonering met boussole. Geef een gemotiveerd oordeel over de juistheid of onjuistheid van de volgende beweringen: a. Afstandmeting met de invarbasisbaak is toe te passen indien slechts geringe nauwkeurigheid vereist is. b. De overbepaalde gelijkvormigheids- transformatie is een conforme trans formatie. c. De methode-Nalenz is niet geschikt voor toepassing bij spoorwegen. d. De eis van gestrektheid bij veelhoeken wordt gesteld in verband met een eventuele schaalfout. 800 40.53 (m dmgr ,2 9i ('i km)" dcm 3 1/gem km 0,05 (da dA cm I Akra -f 0,05 (q cm) (mg dmgr) 4053 hm); (n+l)(n3+31 192 n (n 1) (mp dmgr)2 2 (mdmgr)2 -f- X 4053 \'hmj Fotogrammetrie Tijd: 100 minuten. 1. Twee elkaar overlappende luchtfoto's van geaccidenteerd terrein zijn opgenomen met dezelfde camera, met verticale came ra-as en op gelijke vlieghoogte. Legt men deze foto's op een bepaalde wijze onder een spiegelstereoscoop, dan kan de gehele overlap beschouwd worden onder de omstandigheid van perfecte ste- reoscopie, d.w.z. zonder optredende dwars- parallaxen. Vragen: Geef aan, hoe dan de onderlinge stand van deze foto's en de stereoscoop zal moeten zijn en verklaar uitgebreid waar om. Baseer daarbij het stereoscopisch effect op de theorie van de samenwerking van niet-corresponderende netvlieselementen op linker en rechter oog.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1966 | | pagina 21