4a. P, 399,9964
P3 179,9998
Pr, 190,0118
P7 35,0002;
Pc, 0,0038;
R
214
De hierna volgende vragen onder 2 en 3 heb
ben betrekking op aangegeven wijzigingen in
de opnamesituatie, gesteld onder 1.
2. Als eerste variant wordt verondersteld,
dat beide foto's volgens incidenteel hel
lende camera-as waren opgenomen.
Vragen:
Waarom is de perfecte stereoscopie nu
niet bereikbaar met de spiegelstereoscoop
en wel met een waarnemingssysteem van
een beeldenpaarinstrument? Waarom zou
na ontschranking van beide opnamen
weer perfecte stereoscopie mogelijk wor
den met behulp van de spiegelstereoscoop?
Ontwerp schetsen van de doorsnede van
de opnamesituatie en de bijbehorende uit-
werksituatie in het ontschrankingsappa-
raat voor beide foto's, door voor iedere
foto een incidentele hellingshoek i aan te
nemen en door aanname van de brand
puntsafstanden van de opnamelens en
van de lens van het ontschrankingsappa-
raat.
Leid af de relatie tussen de hellingshoek i
en de hoeken a en tussen lensvlak ener
zijds en voorwerps- en beeldvlak van het
ingestelde ontschrankingsapparaat ander
zijds.
3. Er resteren de varianten, dat voor de
rechter, vergeleken met de linker foto óf
een andere camera met andere brand
puntsafstand is gebruikt, óf dat de rech
ter foto op een andere vlieghoogte is ge
nomen.
Voor de nu volgende vragen zijn beide
varianten gecombineerd.
Om het zeer geprononceerd te stellen:
Voor de linker foto is de brandpuntsaf
stand fi, de vlieghoogte H, voor de rech
ter foto is de brandpuntsafstand f2 h i,
de vlieghoogte h H.
Vragen:
Onderzoek of de rechter foto van deze
situatie 3 identiek is met die van de rech
ter foto van situatie 1. Zo neen, welk ef
fect heeft dat op de mogelijkheid tot het
optreden van perfecte stereoscopie met
behulp van de spiegelstereoscoop?
4. Algemene vraag:
Hoe komt het, dat deze perfecte stereos
copie voor het optreden van de ruimte
lijke gewaarwording niet strikt noodzake
lijk is?
ANTWOORDEN
Waarnemingsrekening
I a.
0 0 0 0
m~ 0 0 0
0 m2 m2 m'1
0 m2 3m2 2m2
0 m2 2mr 3m2
lb. Op mV2
Oq m\/2
os- 2 m
2. 9e! -j- 14e2 5e-! -16e4 -f- 35e-,
19e6 9e7 15es 24e<, 130
e2 e3 e4 e6 e7 -j- e8 20
3a. PaXPha PbXPhb 20;
3b1. 2;
3b'2. 2 netsvoorwaarden.
P., 110,0038;
P4 0,0002;
P6 0,0002;
Ps 190,0036;
P, 0= 104,9962.
4b. 79 dmgr; 4c. 49 dmgr.
Landmeetkunde I -f- II
1. 2250 m2.
2. 21320 m'2 (rel. N.E. 10 m2; aantal N.E.
2080; 25°/0o krimp).
3. tg
4 R-a
I 4Ra - a'2.
Geodetische astronomie
3. f 305°51'40"; 7°42',5.
Landmeetkunde III
1 1
la.
en
1,56r'2 2,79r'2
lb. Ja. (max 4,7 cm dus <idA).