T 46849,935 37627,771 B 46850,332 37658,977 198 Rekenvoorbeeld (zie figuur 3): Gegeven de lijnvergelijking van lijn l Y +- 3,52113X -f 127307,132 xp 17,6161 sin 1p 0,273195 cos ip -j- 0,961959 Coördinaten ~X Y~~ Gevraagd de loodlijn en het voetpunt van T op lijn Berekening: Om de afstand a te vinden substitueren we de coördinaten van T in de vergelijking Y 3,52113X 127307,132 1 1 sin (p Zonder tussentijds iets op te schrijven bere kenen we a= \Yt— 3,521 \3)Xt— 127307,132 sin xp -f- 8,144; a is positief, dus T ligt links van lijn Voor het tweede gedeelte van de berekening kan het veelhoeksformulier gebruikt worden. Argument 'Sin Cos Afstand Punt X Y T 46849,935 37627,771 117,6161 0,961959 0,273195 8,144 V 217.6161 0,273195 0,961959 30,127 B 46850,332 37658,977 We berekenen eerst de ordinaat van, V; daar na wordt door bijdraaien tot YB de afstand b gevonden (30,127). Vervolgens berekenen we de abscis van V, waarna we bijdraaien tot XB voor controle op de berekening van b (30,129). Om tijd te sparen worden de coör dinaten van V niet genoteerd. Hoe kleiner bij de controleberekening van b de sinus of cosinus is, des te groter zal de af wijking zijn met de eerder berekende afstand b. Het verschil zal echter, als we bij het reke nen alle resultaten afronden op millimeters, zelden groter zijn dan 1 cm, wat voor een controleberekening niet bezwaarlijk is. Daar staat als groot voordeel tegenover, dat de controle nagenoeg alle gemaakte fouten aan het licht brengt. Zelfs als men een over schrijf fout maakt bij het noteren van de coör dinaten van B of T wordt dit ontdekt. Wellicht ten overvloede zij er op gewezen, dat deze ,,transformatie"-methode alleen ge schikt is voor z.g. technische berekeningen, waarbij men niet te maken heeft met gemeten lengten; er is n.l. geen vergrotingsfactor in verdisconteerd. De vraag rijst of de gevolgde werkwijzen wel nauwkeurige resultaten geven wanneer, zo als in Dordrecht, het rekengebied 50 km van de Y-as verwijderd is. We verlengen dan im mers een kort lijntje tientallen kilometers om het snijpunt met de Y-as te vinden. De ordi naat van dit snijpunt wordt berekend uit q YA XA cotg xp. Is cotg xp bepaald in vijf decimalen en XA 50 km, dan is de maxi male fout in de bepaling van bedoeld snijpunt als gevolg van deze afronding op vijf deci malen 5.10'".50 km 25 cm. Nu gaat, als de afronding van cotg ip 5.10"" bedraagt, de lijnvergelijking Y X cotg y> -+ y XA cotg 'ip over in: Y X (-)- 5.10"1' -(- cotg xp) -f- YA XA (-j- 5.10'" -f- cotg xpOmdat ook X ongeveer 50 km is, kunnen we hiervoor schrijven Y 5.10"° 50 km -(- X cotg 1p -j- YA 5.10"(i. 50 km XA cotg xp. We zien, dat de fout eenmaal positief en een maal negatief voorkomt in de vergelijking, zo dat eliminatie plaatsvindt. Hiermee is aangetoond, dat bij het rekenen met lijnvergelijkingen niet meer decimalen nodig zijn dan voor andere rekenmethoden, ook al zijn de gebruikte getallen wat groter.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1966 | | pagina 6