Grafische vereffening van een snelliuspunt (I) 227 door A. Leenhouts, oud-ambtenaar van de Meetkundige Dienst van de Rijkswaterstaat. Literatuuropgave: Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde: Jrg. 1937, blz. 41Tl: M. Tienstra, De gra fische vereffening bij de puntsbepaling. Jrg. 1950, blz. 39: D. de Groot, Grafische vereffening van een snelliuspunt. Methode Leenhouts. Jrg. 1951, blz. 61 70: ND. Haasbroek, Gra fische vereffening van een snelliuspunt. Methode Leenhouts-De Groot. Jrg. 1950, blz. 5368: XV. Baarda, Pool en poollijn t.o.v. een cirkel als hulpmiddel bij de grafische vereffening van een voor waartse snijding. Jrg. 1951, blz. 70 74: G. A. van Wely, Be paling en vereffening van een snellius punt volgens een half-grafische methode. Uitgave van het Laboratorium voor Geodesie te Delft: N. D. Haasbroek, Enkelpuntsbepaling. (Aan geduid als diet. H. Handleiding voor de Technische Werkzaam heden van het Kadaster. 1956, blz. 183—197. Terminologie: Nt richtpunten. X en F coördinaten vereffend punt P. X' en Y' coördinaten benaderd punt P'. xp' argument van de richting P'N, xpi argument van de richting PNt. eg gemeten richtingen PNt t.o.v. een aangenomen nulrichting. 0' voorlopige oriëntering van de gemeten richtingen eg. 0 Ti' Ti definitieve oriëntering van de gemeten richtingen eg. voorlopig georiënteerde rich ting <p{ eg 0'. definitief georiënteerde richting q>-t eg -f- 0. I. Theorie voor gelijke gewichten Bij de vereffening van een snelliuspunt P uit meer dan drie richtingen worden eerst de coördinaten van een voorlopig punt P' be paald. De punten waarop (of vanwaar) ge richt is noemen we 2V;. Uit de coördinaten van P' en die van de punten N, berekenen we de argumenten P'Nt xp'. Op een vel papier tekenen we om het voor lopige punt P' m.b.v. de berekende argumen ten de richtingen naar de punten N; en we denken ons op transparant materiaal de ge meten richtingen eg getekend; deze richtingen tg vormen de meetster. Deze meetster kunnen we zo goed mogelijk inpassen op de situatietekening van P' en xp' Door draaiing van het transparant materiaal om P' is de stand van de meetster te wijzigen, hetgeen betekent dat aan eg een andere voor lopige oriëntering 0' wordt toegevoegd. Uit de voorlopige oriëntering 0' worden de voorlopig georiënteerde richtingen <p' ai -j- 0' afgeleid. In fig. I is een en ander geïllustreerd aan een voorbeeld waarbij vijf gemeten richtingen zijn betrokken. De coördinaten van P' zijn be rekend met behulp van de gemeten richtingen a1, a3 en a5. Als voorlopige oriëntering van de meetster is genomen xp^, dus 0' xpi' en p' ai -f- 1pY- Door deze wijze van be-

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1966 | | pagina 3