-wn-.wb'].
10. Het resultaat van de optelling, waarbij
in het 1ste en 3de kwadrant negatief wordt
afgelezen, wordt weer met s2 vermenigvul
digd.
Men merke op, dat het vervangen van /V;,
a; en bt door fff, af en bf alleen betrekking
heeft op zg. binnenrichtingen, van P uit ge
meten. Bij buitenrichtingen, van Nt naar P
gemeten, blijven Nj, a, en b{ gewoon intact;
wordt dan Nb zie fig. 8a, waar in N1 een
buitenrichting naar P is gemeten.
-bl ff
W;'r\°> 1
1 1
1 _,l
i V/i
1
fig. 10
1
1
P'
2. Vaststelling van [af] en [b'f] door vec
torconstructie. Zie Diet. H, blz. 37.
In fig. 10 is aangegeven, hoe men uit Hf, de
lengte van P'7V;', en f' een vector kan bepa
len, die 0,1 ~Lf X ff aangefft, op schaal 1 o.
Daarvoor gebruikt men nomogram Kad. nr.
89, dat met de as op P'Nf wordt gelegd. De
rand heeft twee becijferingen voor ff, voor
verschillende verhoudingen van o en s. De
vectorlengte, rechts en links wordt af
gelezen uit de ruiten van het nomogram en
uitgezet (doorgeprikt) uit P'd.w.z. de vec
toren worden aaneengetekend, zodat ze een
veelhoek vormen. De lijn die begin- en eind
punt van de veelhoek verbindt, noemen we
Vector (met een hoofdletter). Zie werkvoor-
beeld fig. 15.
In fig. 10 is de vector geprojecteerd op X- en
Y-as; op de X-as ontstaat dan cos ipi X
0,1 X;' X ff 0,1 X afff en op de Y-as
sin Wi X 0,1 X/ X f{ 0,1 X bfff (de
factor 0,1 wordt om praktische redenen inge
voerd). De projecties van de Vector op
de assen zijn gelijk aan 0,1 [a'f] en
0.1 [b'f], We noemen ze X-Vector en Y-
Vector. Zie praktische wenken 2.
9r\e__
fig. H
Nu zijn alle gegevens bekend om de vgln.
(4a) en (4b) op te lossen. In fig. 11 zijn ze
grafisch voorgesteld.
P'Pax - [a'f] [a'a'] P'Pay
P'Pbx [b'f] [a'b'] P'Pby
- [b'f] [b'b'l
De aldus verkregen afstanden zijn maten in
dm's. Waar Pay en Phx meest buiten het
tekenblad liggen, is het gewenst eerst de
lijnen (a) en (b) door P' te trekken, even
wijdig aan de lijnen (4a) en (4b).
i [a'b']
W(a) bgtg ffa7]'
[a'b']
V>(b) bgcotg fff/y
Nu kunnen (4a) en (4b) grafisch worden
uitgezet op schaal 1 o, waarbij voor o bij
voorkeur de waarde 1 wordt genomen.
P'P„X cm X-Vect. 0,01 [a'a'] en
P'Pby cm Y-Vect.: 0,01 [b'b']. Het snij
punt van (4a) en (4b) is het definitieve punt
P.
Voor de controle moet nu ff in P bepaald
worden, hier genoemd. U A fi'
(vergelijk form. 1
Hiertoe denke men zich het assenstelsel ge
draaid, zodanig dat de X-as door P'P loopt.
Uit de loodlijnen uit Nf op deze X-as neer
gelaten kan men nu a'f aflezen, waarna Aff
volgt uit A fi-' a'f X P'P(dm). Men werkt
hierbij het gemakkelijkste met nomogram
232
j
i
1 \l
1 1
Pay
.(A b)
- (i)
- i.
Po*
P'