264 elementen bekend: de zijden 3-3exc. en 32-3 (berekend uit coördinaatverschillen) en hoek 32-3exc.-3. Door toepassing van de sinusregel berekenen we hiermee hoek 3-32-3exc., het zg. overgangshoekje d, waarna argument 32-3exc. volgt uit 32-3 -j- Ook het argu ment 3-3exc. is nu eenvoudig af te leiden 3exc.-32 -j- ^!32-3exc.-3)waarna uit argument en afstand de coördinaten van 3exc. worden berekend (in 3 dec.!). Hierna is er een goede controle op de overgangsbereke ning mogelijk, nl. door argument 32-3exc. regelrecht uit de coördinaatverschillen te be rekenen. Slechts weinig inzenders hebben deze controle uitgevoerd of er melding van gemaakt; we hopen dat de anderen er toch wel aan gedacht hebben, want die controle is eenvoudig en zeer scherp. Nu nog de berekening van de coördinaten van punt 60. Hiertoe bepalen we eerst de straal en de coördinaten van het middelpunt M van de omgeschreven cirkel {*X3-M-29 2 X ^60). Daarna bepalen we het snijpunt van de loodlijn uit M op de rechte 3exc.-60 met deze rechte en bepalen de afstand van M tot deze rechte. De bepaling van argument M-60 zal nu geen moeilijkheden opleveren, waarna de coördinaten van 60 volgen uit be rekening uit argument en afstand (controle door lijninstellen van 3exc.-60) Theoretisch voldoen er twee oplossingen, maar een van deze punten ligt dicht bij 3exc. en voldoet daarmee geheel niet aan de ge geven situatie, zodat één bruikbaar antwoord overblijft: X60 7514,58, yG0 4013,29. De meer wiskundige oplossing loopt tot en met de bepaling van de coördinaten van 3exc. conform de hiervoor besproken werkwijze. Daarna voeren we de onbekende hoeken <p en e en lengte b en de bekende hoeken a, en y en lengten a en e in (zie de figuur). cp T e 400 a y. e sin 3 a sin cp b en b sin e sin a Na eliminatie van b volgt hieruit sin cp sin e sin u sin 3 k a of cos {cpe) cos 2 k. Hieruit is cpe te berekenen en vervolgens cp en e {cp 36,6246 en 3,7630). De coördinaten van 60 volgen door snijpunt berekening van 3-60 en 29-60 met als extra eindcontrole lijninstellen van de rechte door 3exc. met argument 3exc.-60. Bij gebruikmaken van analytische meetkunde verschuiven we eerst de oorsprong van het assenstelsel naar M (het middelpunt van de omgeschreven cirkel). We stellen in dit stelsel de vergelijking op van de omgeschreven cirkel: X2 Y2 7478,133 en die van de rechte 3e.xc.-60: X 0,381763 y 80.504. Uit deze twee vergelijkingen lossen we X en y op en vinden zo als bruikbare oplossing eveneens ■^60 - -f~ 7514,58, Tqq 4013,29. Goede (of bijna) oplossingen ontvingen we van de heren M. Feenstra, G. C. van Gogh, P. Groenewoud, C. M. Grootendorst, T. C. van Helden, J. van 't Hof, F. M. Koeners, G. Petersen en J. van Wezel.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1966 | | pagina 20