0 r m - 7-s H= -©:© -©:© X-V<Lcla.oiiaa] Y-VacV.o,o[bb VjJ~- fig.14 251 Mr. A P-Oo(+0) '7 <3 5 O /3 5 [/J 2,6 0,6 o,6 2,6 *•7 '.9 0,6 z-7 /J,/ -I- fO,Z 2°,S - 23,3 O - /3.S 33 \gf\ y\ "W f -■ V- (cC+Zoo) /4 7 <3 9 4 7 /2 6 f-.fVj f=fr9 23 5 /4 75 9 9 7 i:+5oj =[bê] Vzf+Af 4- t* jl 4 {g ^(Q) cobgPY6j- P'Pccx P'Pó PS PT Oy -_0,4<35 -0,943 oo/[aa- 7{u7:o,o/\bi] T I. as - 77.3 cm ik.as - - so /o$ - 5o 53 +/oc25,/5 +4,2 cm 7-5 73,25 +5,7 cm V<3oo 20,7s - s.6 cm V(SO O /3>25 7,6 cm 4,<3 c/n 77. qs /65 jr 225 16 25 49 756 2/ 0 6 33 7 27 [9-l Co n f ro le 0= +/OJ 2 x (j)= +/oa l 256 Schalen 1.5=1.5 6 5 /2,5 ellips 2 A x— -f ^,6 r/77 Ay 3,2 cm In de kolommen en van fig. 14 zijn genoteerd de op schaal 1 1 met behulp van het kwadratisch becijferde schaalstrookje afgelezen waarden aav en bbv en de met be hulp van nomogram Kad. nr. 52 gevonden waarden abv. (Indien men de beschikking heeft over een elektrische reken- of tel machine kan men volstaan met het noteren van [aav], [bbv] en abvvandaar de ar cering.) Controle wordt verkregen door in kolom 0 [(a b)r2] 2 te bepalen. Hier toe leest men met het kwadratisch becijferde schaalstrookje de loodlijnen uit Nt af op de lijndie het eerste en derde kwadrant halveert. Zie fig. 15 bij IV]Vol daan moet nu worden aan 2 X @=2X0. De voor de bepaling van P'Pax en P'Pi,v be nodigde waarden [aa] en [bb] worden uit [aa„] en [bbv] verkregen door deze te ver menigvuldigen met s'. Tg (p(a) en cotg (p(b) kun nen uit [aa„], [bbv\ en [ab.J worden be paald. De ingevulde bedragen voor X-Vect. en Y- Vect. zijn de in cm's afgelezen afstanden ver menigvuldigd met o. In de berekening, zie fig. 14, is alles wat aan de bepaling van voorafgaat weggelaten, daar dit algemeen bekend is. (Zie formulier Kad. nr. 45.) V. Praktische wenken 1. Bij de inversieconstructie is het soms hin derlijk, dat, wanneer een punt N dicht bij P' ligt, het geïnverteerde punt N buiten het blad van tekening valt, tenzij men de schaal 1 s zeer klein kiest. Men kan dan beter de af stand P'N verkorten door N op k maal zo kleine afstand te tekenen k is een geheel ge tal). Men geeft in zo'n geval in de figuur het punt N niet zonder meer met een cirkeltje aan, maar met (o) of ((o)) of (((o))), zie fig. 16, al naar k 2, 3 of 4 is. Zulke punten worden niet met het nomogram Kad. nr. 52 bepaald, maar uit de formule P'N-, lOjp: (s X s) X P'NX k En de constructie van Z mag dan alleen geschieden volgens de formules xv -Lvi en y LiaI (voor n n [<?Vv] ongelijke gewichten xz j=jen yz p-, terwijl xT en alleen uit het assen- kruis door P' mogen worden afgelezen en niet b.v. uit de rand van het tekenblad. Bij zo'n punt N worden de aflezingen voor de bepaling van Z en voor het tekenen van de vector natuurlijk met k vermenigvuldigd en voor de bepaling van a'a', b'b' en a'b' met P.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1966 | | pagina 7