279 lect zal er alleen in slagen het gemeenschaps leven duurzaam te organiseren, wanneer het aan alle voorwerpen waarop wij moeten in werken, een vaste en geijkte betekenis kan hechten" (Bergson). Ook Confucius ver meldt al dat niets zo verwarrend is voor de vrede, het recht en de welvaart als de ver warring van namen en begrippen. Over de ondubbelzinnigheid van de kadastrale aanduiding bestaat evenwel geen eenstemmig heid. Prof. Naber (Beginselen van grond boekwetgeving) is niet erg te spreken over de wetgever die de ondenkbaar slechte boek houding op de percelen van ons fiscaal ka daster invoert om bezwaarde goederen te om schrijven. ,,Dit is ene ongerijmdheid," schrijft hij, .immers hoe kunnen partijen hunne goe deren kadastraal aanduiden, waar geen de minste waarborg wordt gegeven, dat de ka dastrale grenzen en de werkelijke grenzen overeenstemmen. De percelen die zij ver vreemden of bezwaren, kunnen met kadastrale percelen ongeveer samenvallen, maar juist daarom is de kad. benaming de onbepaaldste aanduiding die men bedenken kan. Wel verre van geëist te worden, moest zij niet zijn toe gelaten." Toegegeven moet worden dat er inconveniën- ten kleven aan het kost wat kost handhaven van de kadastrale inschrijvingen als rechts aanspraken. De mogelijke tegenspraak tussen beeld en werkelijkheid kan men alleen ont komen door de laatste te ontdubbelen en elke poging tot beschrijving, afbeelding, verdub beling na te laten. Terzake van de grond eigendom wordt dan evenwel de wet van de jungle weer ingevoerd, welke recht verschaft zonder zekerheid. Een ander uiterste is het positieve stelsel dat zekerheid zonder recht verschaft (Duitsland, Zwitserland). Ons vi gerende negatieve stelsel, waarbij ten allen tijde alle mogelijke eigendomsbewijzen buiten de kadastrale legger om zijn toegelaten, ver schaft rechtszekerheid. Het positieve stelsel In het positieve stelsel staat de taak van de overheid meer op de voorgrond dan bij ons stelsel van lijdelijkheid van de bewaarder het geval is. Na onderzoek van de juistheid der ter publikatie opgegeven mededelingen, neemt hij deze van partijen over en waarborgt het publiek de juistheid ervan. Aangezien bij af gifte van informatie contradictie is uitgesloten wordt de beslissing over de eigendom feitelijk onttrokken aan de rechterlijke macht en over- gebracht bij de administratie. De identiteit van boekinhoud en terrein (welke voorwaarde is voor waarheid) wordt verondersteld altijd aanwezig te zijn: de reale en grammaticale eigendomstoestand lopen synchroon. Volgens dit System der formalen Rechtskraft is elk tegenbewijs uitgesloten en ook extinc- tieve verjaring ontbreekt. Dit idealisme doet mij denken aan Goethe's karakteristiek van de geleerden, die zich vóór alles aan het geschrevene houden: ..Daran erkenn' ich den gelehrten Herrn! Was ihr nicht tastet, steht euch meilenfern; Was ihr nicht fasst, das fehlt euch ganz und gar; Was ihr nicht rechnet, glaubt ihr, sei nicht wahr; Was ihr nicht wagt, hat für euch kein Ge wicht; Was ihr nicht münzt, das, meint ihr, gelte nicht." Toegegeven moet worden dat een groot deel van de kadastrale wetenschap bestaat uit naamgeving, namen geven aan de verschijn selen (Eng. labeling) en een echte weten schap tracht zijn taal te fixeren. Maar voor het positieve stelsel is de naam de zaak zelve. Dit nominalisme verschaft een illusie van waarheid, waarvan de gebreken evenwel zon neklaar zijn: jede Konsequenz führt zum Teu- fel. Een onveranderlijk dezelfde blijvende werkelijkheid zou zijn een dode werkelijkheid. In Duitsland bestaat een handel in grond boekinschrijvingen die geen object meer re presenteren (gegenstandslos zijn). In de ro man „De dode zielen" van Gogolj wordt een zwendelaar beschreven die op soortgelijke wijze gestorven lijfeigenen opkocht en door verkocht, aangezien de bevolkingsregisters slechts om de zoveel jaren werden bijgehou den. Kortom, wanneer de boekinhoud priori teit verschaft wordt boven de realiteit dan is het sprookje van Andersen werkelijkheid ge worden; de schaduw heeft zich op de plaats weten te dringen van zijn meester en wordt zo aanmatigend dat hij hem wiens beeld hij is tot de rol van schaduwbeeld veroordeelt. Soms doet de nederlandse jurisprudentie ver moeden alsof ons rechtssysteem een positieve specialiteit kende met eigendomsbewijzen en al. (In de huidige I.K. komt het woord eigen domsbewijs evenwel niet voor.) „Aan vermelding van authentieke akte van 1825 wordt geen waarde gehecht aangezien niet kan worden onderzocht of ze het perceel duidelijk heeft aangegeven, hetgeen zeker niet kan geschied zijn met aanduiding van enig

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1966 | | pagina 11