285 25 cm de hoogteverschillen te meten wordt ook het verticale interval in de hoogtelijnen- kaarten op 25 cm aangehouden. Het kiezen van de juiste meetpunten is de moeilijkste opgave van de hoogtemeting. Een ervaren opnemer zal daarom vaak met minder punten nauwkeuriger resultaten bereiken dan iemand met minder ervaring. Het aantal op genomen punten is daarom geen juiste maat staf voor de beoordeling van een hoogtekaart. Door de hoogte van de opgenomen punten op een afdruk van de basiskaart in te tekenen ontstaat de hoogtecijferkaart, die echter geen beeld van het terreinrelief geeft. De hoogte cijferkaart wordt daarom omgewerkt tot een hoogtelijnenkaart. Dit kan op drie manieren plaats vinden: 1de tranches worden op de tekenkamer door rechtlijnige interpolatie geconstrueerd: 2. de tranches worden eerst op de tekenka mer in potlood getekend en daarna in het terrein geverifieerd; 3. de tranches worden geheel in het terrein in de hoogtecijferkaart geconstrueerd. De ervaring en vergelijkingsproeven hebben geleerd dat: a. de sub 1 genoemde methode niet tot het gewenste resultaat leidt: b. de sub 2 genoemde methode wel tot een goed resultaat kan leiden, doch niet de zekerheid geeft dat alle hoogtelijnen in het terrein worden gecontroleerd; c. de sub 3 genoemde methode de beste re sultaten geeft, mits daarvoor geroutineer de krachten beschikbaar zijn. Na gereedkomen wordt de hoogtelijnenkaart verkleind tot schaal 1 10000. Van de hoogtelijnenkaart wordt in de regel een gekleurde hoogtekaart vervaardigd, waar van een voorbeeld bij het rapport is afgedrukt. N auwkeurigheid De nauwkeurigheid is afhankelijk van: 1de meetkundige constructie van het kaart materiaal; 2. de keuze van de meetpunten; 3. de hoogtemeting; 4. de kaartering; 5. de constructie van de hoogtelijnen. Bij de beoordeling van een hoogtekaart dient men derhalve rekening te houden met de om standigheid, dat een hoogtecijfer behept is met een fout a en een fout b, waarbij a af hankelijk is van de nauwkeurigheid van de hoogtemeting en de grootte van b afhankelijk is van de hellingshoek a van het terrein ter plaatse en de nauwkeurigheid c waarmede het meetpunt is bepaald, dus b ctga. Voor het bepalen van de toelaatbare fout in een hoogtepunt is derhalve bruikbaar de ver gelijking van Koppe v (a -j- c tgu). Resultaten van de enquête Uit de enquête is gebleken dat voor water- beheersingsplannen de hoogtekaart als onmis baar is te beschouwen en dat de V.O.W.- normen als voldoende zijn te beschouwen. Voor het traceren van wegen blijkt de hoog tekaart niet onmisbaar, maar, indien aanwe zig, wel dankbaar geraadpleegd te worden. Voor het opstellen van definitieve kavelin richtingsplannen wordt de V.O.W.-hoogte kaart niet voldoende geacht. Voor besteksklaar maken van nieuwe wegen en waterlopen is de V.O.W.-hoogtekaart toe reikend, evenals voor grondverzetsbereke- ningen. Een hoogtekaart opgenomen volgens de kwa- draatnetmethode wordt niet aanbevolen. Tot zover enkele aanhalingen uit dit uitge breide rapport, dat we gaarne in de aandacht van onze lezers aanbevelen. M. L. V. Netwerkplanning volgens Pert; uit het Engels vertaald en bewerkt door H. Poolman /r. en Th. M. Femer. Uitgave van: Universitaire Pers Rotterdam/Nijgh en van Ditmar. 1966/2, in plastic ringband 22,50. Netwerkplanning is een belangrijk hulpmid del bij het analyseren van een project. Men kan met toepassing hiervan alle werkzaamhe den en hun onderlinge samenhang op een voudige wijze grafisch voorstellen. Beschikt men tevens over de tijd die men nodig heeft voor het verrichten van deze werkzaamheden, dan kan men met behulp van het netwerk tot een betrouwbare tijds- en kostenbegroting ko men, waarbij tevens de werkmethode, de kwa-

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1966 | | pagina 17