286 litatieve en kwantitatieve inzet der medewer kers, het beschikbaar hebben van materieel en materiaal, een belangrijke rol spelen. Een goed opgezet netwerk geeft antwoord op vele vragen, zoals: wanneer bepaalde werk zaamheden moeten worden verricht, welke eventuele tijdsspeling men bij de uitvoering heeft, wanneer versnelling bij de uitvoering zinvol is, wanneer en tot hoe lang al of niet gedwongen uitstel wel of geen vertraging van het gehele project geeft, de keuzebepaling bij alternatieve oplossingen. De wijze waarop de tijdsschattingen en het sommeren hiervan, gehanteerd worden, geeft de kritische lezer zinvolle tijdsbesteding, waarbij hij dient te bedenken, dat elk net werk aan veranderingen onderhevig is, en naast het kritieke pad er diverse bijpaden kunnen zijn die ook alle aandacht blijven vragen. Vooral voor die landmeetkundigen wier werk ten nauwste samenhangt met dat van ande ren, is kennis van netwerkplanning niet alleen gewenst, maar noodzakelijk. Dit boek biedt hiervoor een goede mogelijk heid. Dat de stof als geprogrammeerde tekst gebracht wordt, is mijns inziens niet bevor derlijk voor het kritisch denken in het alge meen, maar behoeft geen belemmering te zijn voor gewenste kennisname van deze nog erg jonge tak van wetenschap. Het boek ziet er goed verzorgd uit. IR. G. H. TE KRONNIE rigens wordt Geodesia gemaakt" door zijn lezers; door het schrijven van artikelen, maar evenzeer door het doen van suggesties en het doorgeven van berichten en mutaties. Wij vragen ons af, of het mogelijk zal blijven een voldoende verscheidenheid aan onder werpen op te nemen. De schrijvers van arti kelen vormen een vrij kleine groep. Hoewel het reeds eerder is gesteld, willen wij nog maals een beroep doen op onze lezers om ook anderen deelgenoot te maken van hun kennis en ervaring. In dit verband is het welicht nuttig er de aandacht op te vestigen dat bij de eindredac teur een stencil met richtlijnen voor het inzen den van kopij verkrijgbaar is. Door met de inhoud ervan rekening te houden kan zowel voor de schrijver als ook voor de redactie veel tijd bespaard worden. De samenstelling van de redactie onderging dit jaar geen verandering. Wel werd over gegaan tot een herverdeling van redactionele taken, doordat de heer Nieboer op 1 maart de eindredactie van de heer Veen overnam. In het begin van dit jaar nam ir. G. A. van Wely de taak van wetenschappelijk adviseur over. Wij prijzen ons gelukkig van zijn ad viezen gebruik te kunnen maken en hopen nog lange tijd op een even goede wijze als tot dusver met hem samen te werken. Ten slotte spreken wij de wens uit dat ook in het komende jaar met belangstelling naar Geodesia zal worden uitgezien en wensen li goede Kerstdagen en een voorspoedig 1967 toe. DE REDACTIE BIJ HET AFSLUITEN VAN DE 8e JAARGANG Dit laatste nummer van Geodesia in 1966 sluit de achtste jaargang af. Het verheugt ons dat ook dit jaar het tijd schrift een bijdrage heeft mogen leveren tot verbreding van kennis, het verstrekken van informatie en mogelijk het opwekken van nog meer belangstelling voor de landmeet kunde, een vak dat door zijn specialistische aard soms tendeert naar een zekere eenzijdig heid. De in dit nummer opgenomen inhouds opgave van de jaargang 1966 geeft u een beeld van de verschillende onderwerpen die aan de orde zijn gekomen. Het zou onjuist zijn te pretenderen dat alle artikelen en alle berichten de volle belang stelling van iedere lezer zouden hebben. Ove- van en uit het nat M. L. Veen Ing. verlaat de redactie Met ingang van 1 januari 1967 verlaat de heer M. L. Veen Ing. de redactie van Geo desia. Hij heeft vanaf de oprichting van ons tijdschrift in 1959 deel uitgemaakt van de re dactie; eerst als redacteur samen met P. S. Teeling Ing., Mej. C. A. C. Best en E. Drais- ma Ing. en later, vanaf 1960 na het aftreden van de heer Teeling, als eindredacteur. De heer Veen, die naast zijn dagelijks werk

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1966 | | pagina 18