274
zich in Grenoble moet hebben voorgedaan.
Het betrof hier een huis, dat verdeeld was in
vijf etagewoningen. Toen de voorpui moest
worden geschilderd, konden de eigenaren het
niet eens worden over de kleur. Omdat nie
mand wilde toegeven, was tenslotte het resul
taat, dat ieder het gedeelte van de buitenmuur
voor zijn etage volgens zijn eigen keuze liet
verven, zodat voortaan het huis prijkte met
een voorgevel van vijf verschillende kleuren.
Om dergelijke moeilijkheden te voorkomen, is
sedert het einde van de 19e eeuw het gebrui
kelijk geworden, de rechten en verplichtingen
van de diverse eigenaren te regelen in zgn.
règlements de copropriété.
Appartementseigendom in Europa
In Frankrijk, zagen wij hiervóór reeds, was
al in vorige eeuwen de verdiepingseigendom
bekend. Vooral na de Eerste Wereldoorlog
heeft deze eigendomsvorm een hoge vlucht
genomen en thans is het zo, dat in de Franse
grote steden de ,,co-propriété" een normaal
verschijnsel is, waarmee dus ook het Kadaster
in toenemende mate te maken kreeg.
In België kwam de eigendom van een derge
lijke woning vóór de Eerste Wereldoorlog
nog niet zo heel vaak voor en beperkte zich
meestal tot de eigendom van etages. Zo kon
men zich daar tot dan toe nog wel behelpen
met de wettelijke bepalingen welke in de vo
rige eeuw waren overgenomen uit de Code
Napoléon. Dat werd anders toen na de oor
log 1914-1918 de grote woningnood in een
tijd van economische opbloei leidde tot de
bouw in de uitgestrekte bevolkingscentra
van voor die tijd enorme flatcomplexen,
waarvan een deel der woningen in eigendom
kwam van de bewoner. De hoge vlucht van
deze flatbouw bracht mede, dat men zich niet
langer meer kon behelpen met de oude Na
poleontische bepalingen. Bij de Wet van 8
juli 1924 werden bijzondere regelingen voor
dit soort van eigendom getroffen.
Na de Tweede Wereldoorlog zette zich de
genoemde bouwtendens door: in de steden
als Brussel en Antwerpen bestaat de nieuw
bouw voor een groot gedeelte uit particuliere
flats (immeubles a logements multiples ou
Buildings)
Italië kent sinds jaar en dag de appartements
eigendom, aldaar ..Condominio" genoemd.
Na de laatste oorlog is deze soort van eigen
dom vooral aangevat als rechtsvorm om ar
beiders met behulp van geld uit de overheids
kas aan een eigen, modern ingericht en zo
goedkoop mogelijk huis te helpen. Kort na de
Eerste Wereldoorlog al moesten de desbetref
fende en uit 1865 stammende bepalingen in
de Code Civil aan de veranderde omstandig
heden worden aangepast. Deze bepalingen
waren indertijd (evenals in België) overge
nomen uit artikel 664 van de Code Napoléon.
Op initiatief van de Federazione Nazionale
della proprieta edilizia kwam bij de Wet van
15 januari 1934 een nadere regeling tot stand,
welke ook thans nog geldig is. Berichten uit
Italië wijzen erop dat heden ten dage in de
grote steden als Rome en Milaan 90 van
de nieuwgebouwde woningen bestaat uit
„condominio".
Ook Griekenland kent de appartementseigen
dom, welke geregeld is bij de Wet van 1929.
Onder welke Griekse naam deze eigendom
er bekend is, weet ik niet. De rechtsvorm
zelve wordt in Griekenland aangewend om
evenals in Italië arbeiders met over
heidssteun aan een eigen woning te helpen.
Evenals in Italië en België is artikel 664 van
de Code Napoléon voorbeeld geweest voor de
verdiepingseigendom in Spanje. Ook in dit
land bestond sinds lang deze soort van eigen
dom, maar eerst in 1939 zijn de wettelijke be
palingen, waaronder de „propriedad horizon
tal de pisos" is geregeld, wezenlijk verbeterd.
In de jongste tijd valt de sterke verspreiding
in Spanje van de appartementseigendom op,
vooral in steden als Zaragossa, Valencia,
Murcia en Malaga. Berichten geven aan dat
in Bilbao van de ongeveer 10.700 gebouwde
eigendommen ongeveer 9000 woningen onder
appartementseigendom begrepen worden. De
laatste jaren is er bovenal een drukke ver
koop van appartementen te constateren in de
touristencentra, o.a. langs de Costa Brava.
De vele advertenties ook in de Nederlandse
kranten met aanbiedingen van „koopflats"
spreken ten opzichte hiervan een zeer duide
lijke taal.
In Oostenrijk noopte de opmars van de bouw
van appartementen-voor-eigen-bezit (Woh-
nungseigentum) in 1948 reeds tot een wet
telijke voorziening. Voor zover mij bekend
komt in de praktijk in dit land deze vorm van
eigendom bijna uitsluitend voor bij objecten
die met steun van de Overheid worden ge
bouwd. Dus net zo iets als in Italië en Grie
kenland het geval is. In Oostenrijk had men in
1953 al 11.000 appartementspercelen, waarvan
alleen reeds in Wenen ongeveer 4.000. Om
streeks 1958 dus in een jaar of vijf was
in Wenen dit aantal gegroeid tot 7750, welke
voor meer dan de helft eigendom waren van