opgave* [\^f 13 V P V/\ Opgave 32 Voor de oriëntering van het veelhoeksnetje en de berekening van de coördinaten van de punten 1 t/m 10 hebben we ter beschikking de coördinaten van de vastlegging (V) en die van de richtpunten P en Q en voorts rich- tings- en lengtemeting. Uit coördinaatver- schillen zijn argument en afstand V P en V Q in het gegeven stelsel te berekenen. Om de oriëntering van het netje vast te stel len kunnen we het eenvoudigste de argumen ten 9 P en 10 Q in het gegeven stelsel trachten te berekenen en daaruit het argu ment van een der zijden van de veelhoek op twee manieren afleiden en middelen, want er is gevraagd het veelhoeksnetje te oriënteren met gebruikmaking van de richtingsmeting naar beide torens. De inzenders hebben hierbij allen ongeveer dezelfde gedachtengang gevolgd: we bere kenen in een plaatselijk stelsel de coördinaten van de punten 1 t/m 10 en bepalen met be hulp van coördinaatverschillen de lengten 9 V en 10 V en de argumenten 9 V en 10 V in dat stelsel. Deze laatste waar den stellen ons in staat de hoeken V9P en V10Q af te leiden waardoor van ieder van de driehoeken V9P en V10Q drie elementen bekend zijn: twee zijden en de hoek tegenover een dier zijden, waarna de hoekjes bij P en Q (de zg. over- gangshoeken en óQ) volgen door toepas sing van de sinusregel. De argumenten 9 P en 10 Q in het gegeven stelsel zijn nu vast te stellen, waarna het argument van een der veelhoekszijden wordt bepaald zowel uit gaande van argument 9 P als van 10 Q. Het gemiddelde van beide waarden houden we aan. Voor de verdere berekening kiest men voor transformatieberekening of voor nogmaals veelhoeksberekening. Bij transformatieberekening wordt de draai- ingshoek co van het plaatselijk naar het ge geven stelsel gevonden door het argument van die veelhoekszijde in het plaatselijk stel sel te verminderen met het argument in het gegeven stelsel. De transformatieconstanten zijn p cos co en q sin co. Bij de berekening van de gesloten veelhoek in het plaatselijk (en ook later in het gegeven) stelsel is geen hoekcorrectie mogelijk omdat in het punt V geen hoek kon worden gemeten. Er hadden wel sluittermen [x en fy bij de be rekening kunnen optreden, maar de zijde lengten zijn, toen de opgave pasklaar werd gemaakt, zo gecorrigeerd dat de tegenspra ken praktisch nul zouden zijn. Daardoor heb ben we met een min of meer theoretisch geval te maken, al wil het in de praktijk toch ook nog wel eens voorkomen. We hadden gehoopt dat onder de inzenders er een enkele geweest zou zijn die de over gangsberekening op de volgende wijze had aangepakt (vergelijk de rekenwijze bij het formulier Kad. nr. 37, lokale driehoeksme ting). Bij onze opgave maken we gebruik van twee plaatselijke stelsels: a. als oorsprong punt 9 en als positieve y-as de rechte 9 P; b. als oorsprong punt 10 en als positieve y-as de rechte 10 Q. Eerst berekenen we in stelsel ,,a' slechts de abscis XVP van de vastlegging (langs 9123V)Sin d,> volgt nu uit sin dr Xyp Vervolgens op overeenkomstige wijze in stel-

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1967 | | pagina 13