Tijd: 2-J- uur C M 761,2 C M 760,7 c M 759.6 c M 759,0 c M 758,9 c M 758.1 c M 758,0 c M 759,2 c M 759,3 16 5. Wat verstaat men onder een trans laat"? 6. In het algemeen zal een minuutakte het kantoor van de notaris niet mogen ver laten. In welke gevallen mag de notaris ook de minuut uit handen geven? 7. De notaris heeft de uitsluitende bevoegd heid tot het opmaken van authentieke akten. Wat verstaat men hieronder, en welke uitzonderingen bestaan op deze regel? 8. Wat verstaat men onder een brevetakte? In welke gevallen kan deze voorkomen? 9. Wat verstaat men onder het recht van successie, het recht van overgang en het recht van schenking? 10. Wat zegt de Successiewet 1956 over de natuurlijke verbintenis? In hoeverre is dit een afwijking van het Burgerlijk Wetboek? W aarnemingsrekening 1. Om de juiste luchtdruk (D) te vinden moeten aan de aflezing op een metaalbaro meter (M) correcties worden aangebracht. Deze correcties zijn de temperatuurcorrectie t, de standcorrectie y en de schaalcorrectie. De laatste wordt hier buiten beschouwing ge laten. De luchtdruk D wordt nu gevonden met de formule: D M a t y In deze formule zijn a en y constanten, t is de temperatuur in graden Celsius. Ter be paling van de constanten a en y worden bij verschillende temperaturen aflezingen ge daan op de metaalbarometer en op een kwik barometer. De aflezingen op de kwikbaro meter kunnen als afwijkingsloos worden be schouwd. Dit is ook het geval met de afle zingen op de thermometer. Alle aflezingen op de metaalbarometer heb ben gelijk gewicht. De volgende aflezingen worden verkregen: Bi t 6° voor mm en voor D 162,1 mm; Bi t 7° voor mm en voor D 762,0 mm; Bi t 8° voor mm en voor D 760,6 mm; Bi t 9° voor mm en voor D 759,9 mm; Bi t 10° voor mm en voor D 759,2 mm; Bi t 11° voor mm en voor D 759,0 mm; Bi t 12° voor mm en voor D 758,4 mm; Bi t 13° voor mm en voor D 759,5 mm; Bi t - 14° voor mm en voor D 759,6 mm. Bepaal door een vereffening de waarden voor a en y. Bereken ook de schatting van de standaardafwijking van de vereffende grootheden. 2. Gegeven is een tweedimensionale kans verdeling. De maateenheden op de assen zijn willekeurig; het assenstelsel is rechthoekig. Geef aan, zonder formules te gebruiken, hoe men hieruit de verhouding van de hoofd- en kruisvarianties van de beschouwde groothe den kan bepalen. Hoe ziet bij de verdeling hiervoor de meet kundige plaats van punten met een gelijke kansdichtheid eruit bij positieve correlatie en hoe bij negatieve correlatie? Geg even: x„ x, w arctq y3 y i 9, m 6, m" 12, m'2 Xl 10, tri2 10, y i x2y2 m 0 X\y\ y 2 (alles in cm2); X] 0,00, i/j 0,00, x» 100,00, 100,00 (alles in meter). Gevraagd: my in dmgr. 3. Wat zijn toetsingsgrootheden? Wat is de kritieke zone bij het toetsen? Hoe handelt men als bij het voorkomen van modelfouten een zeer kleine F-waarde wordt verwacht en men slechts nomogrammen voor de kritieke waarden F0>en F0i975;n,»' heeft? Het uit de waarnemingen berekende kwa draat van de standaardafwijking in de enkele waarneming van een richting M1 is 700 (dmgr)2. Dit resultaat volgde uit 6 overtal- lige waarnemingen. De steeds aangenomen waarde voor M2 is 225 (dmgr)2. Dient de meting te worden overgedaan? De uitspraak moet worden aangetoond. Natuurkunde Tijd: li" uur 1Een biconvexe lens van kroonglas is tegen het gebogen oppervlak van een plancon- cave lens van flintglas geplaatst. De kromtestraal van elk der drie gebogen oppervlakken is 8 cm. De brekingsindex van het kroonglas is 1,48 en die van het flintglas 1,64. Voor dit stelsel bevindt zich op 30 cm afstand een lichtgevend voorwerp. a. Waar ontstaat het reële beeld? b. Hoeveel bedraagt de vergroting? c. Waar moet men het voorwerp plaat-

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1967 | | pagina 16