Hulpsymbolen van HAUSBRANDT (V) Het vraagstuk van Hansen 5 lijkheden te overwinnen, dus zijn wij vol ver trouwen. Onze bibliotheek is een rijk bezit geworden. Put eens uit deze schat van wetenschap. Zij behoort u toe. Onze bibliothecaris heeft de rustigste baan van ons allemaal. Nergens voor nodig, bezorg hem maar een druk jaar, dat zal hem veel voldoening geven. 1967: geen rustig en kalm jaar voor het N.G.L. Alstublieft niet, wij willen zoveel doen; maar laat het geen vastklampen zijn aan wat we verworven hebben en daar onze krachten voor moeten verbruiken, neen in voorwaartse richting en laten we het zo hou den. Ieder jaar is tot nu toe beter geweest dan het vorige. Laat 1967 een opgaande lijn blij ven vertonen en doet u er aan wat u kunt doen en dat is meer dan u denkt. Zo zien wij met optimisme het jaar 1967 tege moet, rekenend op onze trouwe medewerkers, hopend op de steun van allen, die ons wel genegen zijn. Ja, het gaat goed! Mede namens mijn medebestuursleden en de redactie, wens ik u van harte een gelukkig en voorspoedig nieuw jaar, in alle opzichten! J. RIETVELDT, Ing., voorzitter N.G.L. D. de Vries, leraar aan het Centraal teken- en opleidingsbureau van het kadaster te s-Gravenhage. De oplossing van dit vraagstuk is zeker niet het eerst door Hansen gegeven: in tijdsvolg orde is dit geschied door Snellius, Van Swin- den, Gerling en Hansen. Het vraagstuk zou dus historisch gezien met meer recht het tweede probleem van Snellius kunnen heten, als de achterwaartse snijding uit drie punten dan het eerste probleem van Snellius zou wor den gedoopt. De Zwitserse professor Dr. F. Bützberger maakt tenminste in zijn Lehrbuch der ebenen Trigonometrie deze opmerking: „Beide Aufgaben wurden aber schon im An- fang des 17. Jahrhunderts von Snellius ge- stellt und gelost". We willen ons echter niet verder met geschiedkundige beschouwingen bezighouden, maar twee oplossingswijzen be spreken die in de praktijk zeer goed voldoen. De eerste methode zal zodanig worden be handeld, dat men deze ook zonder enige ken nis van de hulpsymbolen van Hausbrandt kan bevatten. In beide gevallen wordt van ge richte vlakke driehoeksmeting gebruik ge maakt. Dit sluit de algemene geldigheid van de gebezigde formules in, die dan van toe passing zijn, onafhankelijk van de ligging van de betrokken punten. Het is onverschillig of de situatie overeenkomt met die welke is voorgesteld in fig. 1 dan wel met die in fig. 2. Het is dus zelfs zo, dat de oplossing kan worden gegeven zonder enige kennis van de

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1967 | | pagina 5