ED
xQ .yq
ED
A
cotg cotg fl
cotg y cotg d
2 cotg a -|- cotg p -f cotg y -f- cotg
1 cotg P
XA (cotg a cotg y) YA (cotg a cotg y)
A
A
7
Hieruit zijn nu zeer eenvoudig (met behulp
van de reeds gevonden hoeken a, fl, y en
de argumenten van de onbekende naar de be
kende punten af te leiden:
84
35 308,7564, 84 41= 9,7258,
96 -
35 184,4110, 96 41 93,3438.
Deze argumenten, goed naar mod. 200 gr,
mogen onveranderd in het snijpuntenformu
lier worden overgenomen.
Uitkomsten:
84 —17936,788
96 —18639,053
-44345,559
-43966,235
Uit het voorbeeld blijkt duidelijk dat de ge
hele berekening ook zonder gebruikmaking
van de hulpsymbolen kan worden uitgevoerd.
Tweede methode [2]
De tweede, ongetwijfeld aantrekkelijker
methode, berust op de toepassing van de
hulpsymbolen. Mijn aandacht werd op deze
methode gevestigd door een artikel in het
maartnummer van het Russische tijdschrift
Geodesie en Cartografie, waarvan ik hier een
dankbaar gebruik maak. De schrijver, Ir. 5.
Chmelevski, verklaart eerst de hulpsymbolen
van Hausbrandt op een wijze die parallel
loopt met mijn uiteenzettingen in Geodesia,
7e jaargang, april 1965, nr. 4, blz. 88, waar
deze kennis wordt toegepast op wat we nu
dan maar even het eerste probleem van Snel~
lins zullen noemen. De lezer die deze afleve
ring bij de hand heeft zal met hetgeen volgt
weinig moeite hebben.
Ir. Chmelevski behandelt in zijn artikel met
een het tweede probleem van Snellius, het
vraagstuk van Hansen dus, en geeft voor de
oplossing een heel mooi rekenschema. Om
dat wij, Nederlanders, er bij ons landmeet
kundig werk een afwijkend coördinatenstel
sel op na houden, en ik het prettiger vind dat
bij de berekeningen de abscissen van de pun
ten vóór de ordinaten te voorschijn komen,
heb ik de formules bij ons stelsel aangepast,
wat onder meer tot gevolg heeft dat de con
trole op een andere hoek betrokken wordt.
Maar dat is overigens onverschillig.
De gegeven punten heten weer A en B, de
gevraagde P en Q. Op dezelfde wijze als bij
de eerste methode worden de hoeken a, /J, y
en gedefinieerd. In formulevorm is de bere
kening nu als volgt voor te stellen:
XP,YP
1 cotg u
Xn (cotg p cotg YB (cotg p cotg
1.2
1 cotg
XA (cotg cotg y) YA (cotg a cotg y)
1 cotg y
Xb (cotg P cotg <5) YD (cotg p cotg d)