Onder de titel: Automatische verwerking der gegevens tracht Ir. M. Hoek duidelijk te maken, waarom de verwerking meestal niet zo snel verloopt als men wel zou wensen. Tijdens de verwerking wordt driemaal een lijst vervaardigd met fouten in de invoerge- gevens. Driemaal is er kans op vertraging en is het mogelijk dat de meetploeg terug moet naar het terrein. Een poging om alle meetfouten in één keer aan te geven is mislukt. Een intensieve begeleiding van de meetploegen blijkt noodzakelijk te zijn, evenals een goede kennis van de mogelijkheden van het systeem. Het verdient aanbeveling, de meetploegen de verwerking in het rekencentrum te laten vol gen, zodat zij daar de (kostbare) consequen ties van de gemaakte fouten zien. In zijn nabeschouwing komt Prof. Witt tot de volgende samenvattende conclusies: 1. Beide methoden moeten t.a.v. de te ver krijgen nauwkeurigheid ten minste gelijkwaar dig worden geacht. Vermoedelijk zal de nauw keurigheid bij de bepaling der detailpunten met behulp van de voerstraalmethode zelfs groter zijn. 2. De voerstraalmethode is, ook in vlak land, voor kadastrale hermeting zeer goed bruik baar. 3. Hoewel de verschillen in kosten en terrein uren voor Suawoude niet sprekend zijn, is het duidelijke verschil in kantooruren doorslag gevend om tot de slotsom te komen, dat de toepassing van de voerstraalmethode met be hulp van optische afstandmeters, ook in vlak land, een aanvaardbare methode is. Voor hen, die zich nader op de hoogte willen stellen van de in deze hoogstbelangwekkende publikatie behandelde materie, kunnen wij ons verslag beëindigen met de mededeling, dat nog een aantal exemplaren verkrijgbaar is door 2,50 per postwissel over te maken aan de administratie van de Onderafdeling der Geo desie van de Technische Hogeschool te Delft, Kanaalweg 4. K. K. TENTOONSTELLING SPEUR-OND Ter gelegenheid van het vijfentwintigste Lus trum van de T.H. Delft werd in het imposante nieuwe Aulagebouw een tentoonstelling inge richt, die bedoelde een beeld te geven van het speur- en onderzoekingswerk (vandaar de naam speur-ond) dat in de vele aan de hoge school verbonden laboratoria verricht wordt. Temidden van een veelheid van zeer geva rieerde demonstraties en proef-opstellingen kon men ook een stand aantreffen van het Laboratorium voor Geodesie. Hier kon men kennis maken met een methode om langs fotogrammetrische weg bobbels op een scheepshuid op te meten, en met de door Prof. Roelofs ontwikkelde radiaal-triangula- tor met vaste plaatdragers. De geodetische astronomie was vertegenwoordigd door het zonne-prisma van Prof. Roelofs en door een nieuwe apparatuur, waarmee gebruik makend van de stereofonie het tijdsverschil tussen een radio-tijdsein en een uurwerk kan worden vastgesteld. Het meest spectaculaire onderdeel van de in zending was echter een natuurgetrouwe af beelding van ons schijfje van de wereldbol, met daarop drie stations, van waaruit een eveneens op schaal gebouwde, op gezette tijden een knipperlicht ontstekende satelliet gelijk tijdig werd gefotografeerd, met de sterren hemel als achtergrond. Door dit op verschil lende momenten te herhalen, kan men de onderlinge ligging van de waarnemingsstations op aarde bepalen. Deze methode biedt de mo gelijkheid om het probleem van de vormbepa ling van de aarde geheel ruimtelijk meetkun dig te benaderen. Binnen afzienbare tijd zullen op deze wijze (wat tot dusver niet voldoende nauwkeurig mogelijk was), de continenten met elkaar verbonden worden. Al met al een inzending, die beslist gezien mocht worden! K. K. 38

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1967 | | pagina 18