Gemma Frisius
(1508-1555)
door WKoopmans,
oud-ambtenaar van bet Kadaster
un homme de merite, qui s'est plus
distingue encore par ses élèves que par
ses ouvrages
Vele details uit het leven en van de arbeid van
Gemma Frisius zijn (nog) duister. Toch nam
hij in het universitaire leven van zijn tijd een
belangrijke plaats in. Van Ortroy schrijft, dat
met hem de tweede periode en de meest
florisserende overigens van de geografische
wetenschap in België begint.
Hij droeg bij tot de oplossing van twee taken
die de geesten van de 16e eeuw bezighielden
en wel die betreffende het probleem van de
vervaardiging van kaarten voor een uitge
strekt gebied en die, welke een juiste bepaling
van de „lengte" inhield. Bij de landmeters van
tegenwoordig is zijn betekenis reeds verbleekt.
Hij behoorde tot de kartografische scholen
die (na een korte periode, waarin Duitsland
aan de top stond met Martin Waldseemüllcr
als geestelijke vader) opkomen in Oostenrijk,
Zwitserland, Frankrijk en de zuidelijke Ne
derlanden. Wij herinneren aan belangrijke
kaartenmakers uit die tijd als Gerard Mercator
(15121594), Jacob van Deventer (ca.
15151575), Abraham Ortelius (1527
1598), Sgrooten, Hogenberg, Moretus e.a.
Met Mercator was Gemma Frisius in de 16e
eeuw na Ptolemaeus 's werelds grootste
kartograaf (Koeman).
23
Curjus ajirorum u voniw?» (idira.
Vriuata homnm «rndidit m domtbut
idem otuiij terrasmana omnia,
brtue
Portret van Gemma Frisius van 1555 of 1557 uit:
Mémoires IIème série, t. XI, Bruxelles 1920. Ook J. van
Stalburch heeft zijn portret gegraveerd (vgl. J. F. v.
Sommeren, Cat. van gegr. portretten v. Ned., 2e
deel, Amsterdam 1890, hiz. 276).
«rt fHHttr/J BOCmilKIU