met een soort kraaienest. Dit bestond uit twee verdiepingen, waarvan de bovenste be stemd was voor de meetinstrumenten en de onderste voor de apparaten van de telecom municatie. Deze laatste moesten op verschil lende golflengten en ook met luidsprekers kunnen werken, teneinde alle medewerkers onderling en zonder stoornis bereikbaar te maken. Om het segment in de juiste zinkpositie te brengen, maakte de aannemer gebruik van een op het eerste gevoel wat griezelige methode, welke echter al eerder aan de praktijk was ge toetst. De benodigde horizontale hoekbepalingen werden namelijk niet uitgevoerd door voor waartse insnijding van de walkanten af, maar door een theodoliet in de commando toren op het inmiddels zinkende tunneldeel! Voor het toepassen van déze voorwaartse in snijding was het nodig, dat op beide kanaal oevers richtpunten aanwezig waren. Men had hiervoor op iedere oever twee verlichte hori zontale baken geplaatst. De positie van die baken, op welke men telkens de richtingen aflas,was door de Meetkundige Dienst van te voren zuiver bepaald door vastmeting aan de reeds beschreven eigen grondslag van fig.2. Alle gewenste hoekgegevens konden nu door middel van plaatselijke coördinaten worden berekend. Ook waren lange, eveneens verlichte verticale baken opgericht, waarop door in de comman dotoren opgestelde waterpastoestellen op elk moment kon worden afgelezen op welke diep te zinkmoot 29 zich bevond. Teneinde het segment ook op de eenvoudigste wijze in de as te kunnen krijgen, had de Meet kundige Dienst deze vastgelegd op de platte daken van de ventilatiegebouwen. Tijdens het afzinken hielden mensen van de Directie de zaak in het oog met een theodoliet, welke zichtte over de beide richttorens naar het as- punt aan de overzijde. Binnen het segment controleerde men de langs- en dwarshelling daarvan nog door een tegen de wanden aangebracht flesjeswaterpas. Deze en andere waarnemingen werden gedaan door enkele lieden, die als het ware een duik bootbemanning vormden. Vóór de afvaart klommen zij via de torens en de mangaten in de zinkmoot en bleven daar totdat deze op zijn plaats was komen te rusten. Door het geleidelijk vullen van de ballasttanks met water werd het gevaarte langzaam omlaag gebracht en met behulp van kabels, ankers en lieren precies voor de opening van het venti latiegebouw, tot op enkele centimeters er van verwijderd. Natuurlijk was die opening ook van een tijdelijke dichting door een kopschot voorzien. Een trekinrichting aan de noordelijke kanaal kant zorgde er nu voor, dat beide openingen op elkaar geperst werden. Een soort vergrote mond- op mondbehandeling dus. In het segment was een soort echolood aange bracht, dat voor deze gelegenheid horizontaal werkte en daarbij tot op enkele mm's ver klapte, hoever de „lippen" nog van elkaar verwijderd waren. Onder water keken twee duikers ook nog of alles goed op elkaar paste. De gehele operatie bestond dus uit een won derlijk samenspel van ingewikkelde en een voudige handelingen. Toen voldoende contact was gemaakt, ging een in de kopschotten aan gebrachte haak met een kracht van 150 ton aan het trekken en werd het rubberprofiel op de randen van de raakvlakken sterk ingedrukt. Fig. 7 schetst de ontstane situatie in langs- doorsnee. De aansluiting aan het ventilatie gebouw geschiedde volgens hetzelfde procédé als die tussen twee segmenten. wwxwwwv f/g. \U1 Doordat de kopschotten niet precies op de uit einden van de segmenten waren gemaakt was er tussen deze schotten als het ware een met water gevuld kamertje gevormd. Dit werd vervolgens leeggepompt, en nu ondervond de waterdruk aan het vrije eind van het segment vrijwel geen tegendruk meer. Het resultaat was dat er dan een kracht van 1500 a 3000 ton ging werken, afhankelijk van de diepte, waar door het rubberprofiel dusdanig werd samen geperst, dat het bijna de hardheid van staal verkreeg. Voor het aanbrengen van de vijf volgende tunnelmoten werd dezelfde methode toege past. Fig. 6 geeft de situatie aan tijdens het plaatsen van de derde, genaamd „moot 27". Wanneer uit de hiervoor besproken waarne mingen bleek, dat de positie van het gezonken tunneldeel zo goed mogelijk klopte met de be rekening, kwam de Meetkundige Dienst weer 47 s/uitroeg wwwwwww

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1967 | | pagina 5