APPARTEMENTSEIGENDOM, onderwerp van landregistratie in alle werelddelen door P. S. Teeling IngTechnisch Hoofdambtenaar verbonden aan het Office International du Cadastre et du Régime Ponder ter Directie van het Kadaster De appartementseigendom we zagen het in „Geodesia" van december 1966 heeft zich in Europa vooral na de Tweede Wereldoorlog als een olievlek uitgebreid. De diensten in de verschillende landen die zich met de land- registratie bezig houden (Land Registry, Ka daster, Grundbuch, Evidenz, Matrikel e.d.) zijn hierbij ten nauwste betrokken. Dat is niet alleen in Europa het geval, maar ook in de landen daarbuiten. In het eerste deel van het overzicht over de verspreiding van de „etage-eigendom" is al een enkele maal de wederzijdse beïnvloeding aangestipt, die er ook op het gebied van wetgeving t.a.v. de eigendom van appartementen plaats heeft. En ook had. Wat dit laatste betreft waren reeds in de vorige eeuw voorbeelden genoeg in Zuid- Amerika, waar de Spaanse en Portugese cul turen hun invloed uitoefenden. Panama, Vene zuela, Peru, Equador, Honduras en Mexico volgden de rechtsregels betreffende de hori zontale eigendom welke woordelijk waren overgenomen uit de Burgerlijke Wetboeken van Spanje en Portugal, die weer woordelijke vertalingen waren van artikel 664 van de Code Napoléon. In Peru werd gelijk in zovele landen van Europa vooral na 1940 de aanpassing van de wetgeving op dit punt urgent en bij de zeer korte en bondige wet op de Propiedad Hori zontal van 1946 kwam een aparte regeling er van tot stand. Ook elders dan in de voornoemde landen kent men in Zuid-Amerika (meestal onder dezelfde benaming „propiedad horizontal") deze vorm van eigendom. In Brazilië kunnen op grond van de wet van 25 juni 1928 (in 1943 aan gepast aan de nieuwe verhoudingen) gebouwen met drie of meer verdiepingen worden ver deeld in aparte eigendomsobjecten, mits deze gebouwen bestaan uit onbrandbaar materiaal. In Rio de Janeiro, Sao Paulo en Brasilia treft men honderden zeer moderne appartements gebouwen aan, opgetrokken en gefinancierd onder de propiedad horizontal. De meeste van deze gebouwen zijn gefinancierd op een koop contract met een vijfjarige afbetalingsperiode met een rente van 12°/o voor het nog niet be taald bedrag. Dit is voor Brazilië een tamelijk laag rentebedrag, als we in aanmerking nemen dat in geval van handelsleningen de rente on geveer 24 bedraagt. In Argentinië is eerst in 1948 een wettelijke regeling getroffen voor de horizontale eigen dom. Voordien liet de Codigo Civil in de ar tikelen 552 en 2717 deze soort van eigendom niet toe. Indertijd werd gevreesd dat door ge compliceerde rechtsverhoudingen het rechts verkeer met betrekking tot onroerende goe deren zou worden gehinderd. Ondanks het „verbod" werden evenwel ook in Argentinië in toenemende mate flatgebouwen opgetrok ken en de flats aan de a.s. bewoners verkocht. Voor de eigendomstoestand behielp men zich door het scheppen van coöperaties, zoals dit in Scandinavië en elders gebeurde. Na de intrede van de appartementseigendom is die vorm van collectiviteitsbezit echter geheel overvleu geld door deze „propiedad por pisos". Ook de Argentijn schijnt nu eenmaal het liefst zoveel mogelijk baas in eigen huis te zijn. Chili kent al sinds jaar en dag de horizontale eigendom. De Chileense wet op de horizontale deling van onroerend goed van 11 augustus 1937 heeft misschien als voorbeeld gediend voor de betreffende wet in Uruguay. In laatst genoemd land kwam evenwel de stichting van appartementsgebouwen nog niet goed van de 92

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1967 | | pagina 2