148 Blijkens een brief van de Minister van Volkshuis vesting en Ruimtelijke Ordening aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal heeft de Raad van Advies voor de ruimtelijke ordening voorzitter mr. V. G. M. Marijnen de minister een advies inzake de Tweede Nota over de Ruimtelijke Orde ning in Nederland aangeboden, dat in het bijzon der de landelijke gebieden behandelt. Uit het advies blijkt, dat de Raad van Advies in het algemeen instemt met de hoofdlijnen van het in de Tweede Nota omschreven ruimtelijke orde ningsbeleid met betrekking tot de landelijke ge bieden en evenzeer tot de conclusie komt, dat aan de overheersende positie van de landbouw in agra rische gebieden van overwegend grote schaal bui ten de directe invloedsfeer van de stad, recht moet worden gedaan. Ook het landschap stelt bij de in richting van die gebieden zijn eisen, o.m. ten aan zien van de plaatsbepaling en het aanzien van de bedrijfsgebouwen, die niet uitsluitend door agra rische normen bepaald kunnen worden. Wat de zgn. coulissenlandschappen van kleine schaal betreft, adviseert de Raad in het algemeen te streven naar een zekere rationalisatie van de land bouw met behoud van de verspreide landschaps elementen en het parkachtig landschap. Voor het beheer van deze bestaande coulissen en voor het aanleggen en beheren van nieuwe elementen in het landschap ziet de Raad een belangrijke taak voor het Staatsbosbeheer weggelegd. Voor een gespecialiseerd-agrarische bebouwing (mesterijen, fokkerijen, bollenschuren e.d.) acht de Raad zorgvuldige inpassing in het landschap en, in bepaalde gevallen, geordende concentratie nood zakelijk. De Raad is voorts van mening, dat er be hoefte is aan maatregelen om verspreide bebou wing uit het buitengebied te weren; dit vraagstuk spitst zich vooral toe op de niet-agrarische bouw. In de zgn. centrale open ruimte het midden gebied van de Randstad, het westelijk rivierenge bied, de Peel en Midden-Limburg, alsmede het centrale Deltagebied met delen van West-Brabant en de Biesbos verdient de agrarische reconstruc tie c.q. de ruilverkaveling bijzondere aandacht om het overwegend agrarische karakter van deze ge bieden te behouden. De ruilverkaveling zal een, RAAD VAN ADVIES OVER DE RUIMTELIJKE ORDENING EN DE LANDELIJKE GEBIEDEN aan de plaatselijke omstandigheden aangepast, ge differentieerd karakter moeten hebben en meer dan één doel moeten dienen. Voor het beleid met betrekking tot de open ruimte tussen de stadsgewesten en de bufferzones zullen organen in het kader van een gemeenschappelijke regeling over verstrekkende bevoegdheden moeten beschikken. Een dergelijke regeling zal in het alge meen belang desnoods moeten worden opgelegd. Dit laatste geldt ook ten aanzien van park- en watersportgebieden van nationale en regionale be tekenis. De Raad verwacht namelijk, dat de be hoefte aan een gecoördineerd beleid inzake recre atie, landschap, natuurbescherming en landbouw zich steeds meer zal opdringen. KARTOGRAFIE In het mededelingenblad van de kartografische sectie van het Koninklijk Nederlandsch Aard rijkskundig Genootschap, no. 32/33, behandelt Ir. L. van Zuylen, Hoofdingenieur bij de Topo grafische Dienst de oppervlaktebepaling ten behoeve van de grondgebruiksstatistiek en de grondgebruikskaart. Het blijkt, dat reeds in de Napoleontische tijd cijfers verzameld werden, die het mogelijk moesten maken een statistiek van het grond gebruik samen te stellen. Tot 1937 beschikte men in hoofdzaak over gegevens die voort kwamen uit de gemeentelijke jaarcijfers be treffende de landbouw, gepubliceerd door het Centraal Bureau voor de Statistiek. Veel verbetering bracht de in de jaren 1937 1947 door het Staatsbosbeheer opgestelde sta tistiek van het grondgebruik. Deze voldeed echter nog niet aan alle wensen van de statis tici en planologen, en daarom kwam omstreeks 1951/1952 een plan tot ontwikkeling om een nieuwe statistiek van het grondgebruik samen te stellen, met als uitgangspunt de topogra fische kaart op de schaal 1 10.000, met daar bij de verkenningsgegevens, vastgelegd op luchtfoto's op de schaal 1 10.000. Besloten werd de volgende 17 categorieën voor de indeling van het grondgebruik aan te hou den:

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1967 | | pagina 12