Een door het V.E.B. Verlag Für Bauwesen te
Berlijn uitgegeven brochure bevat twee artike
len, die de aandacht van de lezers verdienen
(152 blz. met 130 afb.; MDN 8,50).
De titel van het eerste artikel luidt: „Das
Gravieren" en is geschreven door de heer
K. Ziemer.
In zijn inleiding zegt de schrijver, dat tot voor
enige tientallen jaren het graveren op koper of
steen de enige methode was voor het vervaar
digen van te reproduceren kaartmateriaal.
Hoewel deze methode in de laatste decennia
vrijwel geheel vervangen is door het tekenen
van positieve originelen op transparant teken
papier, meent de auteur in het recente ver
leden een hernieuwde belangstelling te bespeu
ren voor het etsen op glas of kunststofmate
riaal. Door het gebruik van technisch beter
ontwikkelde apparatuur en de toepassing van
het z.g. „Schichtgravieren"-proces is de pro-
duktiviteit van laatstgenoemde methode in be
langrijke mate gestegen.
Het artikel is door de schrijver in zes hoofd
stukken verdeeld. Na de inleiding wordt een
hoofdstuk gewijd aan de etsdragers en de
daarop aangebrachte al dan niet lichtdoor-
latende lagen of „Schichten".
In de volgende hoofdstukken worden achter
eenvolgens behandeld de te gebruiken appara
tuur bij het etsen op glas en bij het graveren op
een drager van kunststof, de in het buitenland
gebruikelijke methodieken en de diverse toe
passingen in de D.D.R. Per hoofdstuk worden
de verschillende facetten beschreven in para
grafen, gerangschikt in een cijfercode-systeem
naar artikel, hoofdstuk en paragraaf.
Bij het doorlezen van dit artikel trekken en
kele punten bijzonder de aandacht, vooral van
de niet-deskundige lezer. Opvallend is, dat
vrijwel alle handelingen met behulp van een of
meer apparaten worden uitgevoerd en dat, zo
als bij het tekenwerk wel voorkomt, vrijwel
niets „met de hand" wordt gedaan. Alle rechte
en kromme lijnen worden met behulp van
liniaal, schabloon, pantograaf of dingraaf ge
trokken. De instrumenten voor het etsen van
cirkels en signaturen kunnen zowel met de
hand als door een elektromotor worden aange
dreven. De uitvoering van laatstgenoemde in
strumenten doet echter wat primitief aan.
Volgens de auteur neemt het gebruik van de
glasplaat als etsdrager sterk af. De voorkeur
van de gebruiker blijkt uit te gaan naar kunst
stof, niet alleen vanwege het voor de hand lig
gende bezwaar van de breekbaarheid van de
glasplaat, maar ook omdat de nieuwe mate
rialen ruim aan de te stellen eisen blijken te
kunnen voldoen.
De schrijver behandelt het onderwerp uitput
tend. Hij geeft een zeer uitgebreide beschrij
ving van de te bewerken materialen, van prin
cipes, gebruik en onderhoud van de appara
tuur.
De toepassing wordt daarentegen tamelijk
summier toegelicht. Terecht wordt in het voor
woord gezegd, dat het artikel voor deskundi
gen verhelderend en voor studerenden leer
zaam kan zijn.
Het tweede, in genoemde brochure opgenomen
artikel is van de hand van de heer H. Lupp en
heeft als onderwerp „Reproduction und
Druck".
De schrijver rubriceert duidelijk de verschil
lende facetten aan dit onderwerp. Als repro-
duktie-mogelijkheden worden achtereenvol
gens beschreven de fotografie, het z.g. „Kopier-
verfahren", het lichtdrukken en het gebruik
van de drukpers.
In het hoofdstuk „Kopierverfahren" beschrijft
de auteur een reproduktiemethode die geba
seerd is op de fysische en chemische eigen
schappen van de componenten van de op de
etsdrager aan te brengen „Schichten". Door
sterke belichting kan plaatselijk de aange
brachte laag verhard en als het ware gelooid
worden. Op deze wijze is het mogelijk, in de
kopieerinrichting een ets te vervaardigen zon
der de hulp van een graveur in te roepen.
De behandeling van het onderwerp is zeer uit
voerig. Voor de leek is het hoofdstuk betref
fende de chemisch-fysische graveermethode
niet eenvoudig. Voor de vakman geeft het ar
tikel een uitgebreide scala van de in zijn vak
voor handen zijnde mogelijkheden.
De besproken artikelen zijn zeker de moeite
van het lezen waard. Zoals u bekend is, kunt
u tegen betaling van de verzendkosten de bro
chure in bruikleen ontvangen. U kunt uw aan
vrage daartoe richten aan de heer J. de Vries
p/a Meetkundige Dienst Rijkswaterstaat, Ka-
naalweg 3b te Delft.
J. v. E.
153