METINGEN voor de nieuwe havenmond bij Hoek van Holland door C. Keijzer, landmeetkundig ambtenaar B bij de Meetkundige Dienst van de Rijkswaterstaat. Inleiding Daar er steeds grotere schepen in de vaart komen is het nodig de monding van de Nieuwe Waterweg te vergroten en uit te diepen. In de toekomst worden schepen verwacht met een draagvermogen van 200.000 ton en meer. Dagelijks zijn zandzuigers actief om de diep te van de Nieuwe Waterweg op ongeveer NAP16 m te houden. De huidige tankers van ongeveer 100.000 ton deadweight heb ben al een diepgang van ongeveer 13 m en niet altijd kan de volle laadcapaciteit worden benut. De omstandigheden voor Hoek van Holland zijn zodanig, dat eerst twee uur na hoogwa ter de tankers bij het binnenlopen het minste risico lopen in verband met de stroom. Dit betekent, dat niet de hoogste waterstand kan worden benut. Er blijft dus weinig ruimte over tussen de kiel van het schip en de bodem van de toegangsgeul tot de Nieuwe Water weg. Ten behoeve van het ontwerpen van een nieuwe toegang is het noodzakelijk verschil lende metingen te verrichten met betrekking tot de gedragingen van grote schepen in rela tief ondiep water. Het is echter niet alleen de diepgang van een schip, die bepaalt hoeveel moet worden uitge baggerd; er zijn ook andere factoren die hier bij een rol spelen. Deze factoren zijn: 1. De verandering van het soortelijk gewicht van het water. 2. Het slingeren en stampen van het schip. 3. De squat en de trimverandering. Het soortelijk gewicht van het water Het zoete rivierwater heeft een geringer soor telijk gewicht dan het zoute zeewater. Bij een diepgang van 13 m zal een tanker in zuiver zoet water (s.g. 1,000) 34 cm dieper liggen dan in zuiver zout water (s.g. 1,026). Op het grensgebied van zout en zoet water is het moeilijk het soortelijk gewicht nauwkeurig te schatten. Dit is namelijk afhankelijk van eb en vloed, van de wind en van de hoeveel heid aangevoerd rivierwater. Bovendien zal in dit grensgebied (dat enkele kilometers lang kan zijn) het water op verschillende diepten van verschillend soortelijk gewicht zijn. Het slingeren en stampen Slingeren is de heen en weer gaande beweging van het schip in de dwarsrichting. Stampen is de op en neer gaande beweging in de lengte richting van het schip. Squat en trimverandering Onder squat verstaat men een vermeerdering van de diepgang van een schip. Dit verschijn sel doet zich voor wanneer schepen varen in een begrensd vaarwater, bijvoorbeeld in een rivier of kanaal waar het water begrensd wordt door de oevers en waar de afstand tus sen de kiel van het schip en de bodem van het 172

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1967 | | pagina 12