ker is afgemeerd de O-punten van de baken
en/of markante punten van het schip gemeten
ten opzichte van de waterspiegel door een
andere meetploeg.
Wanneer men niet over een bouwtekening van
het schip beschikt, worden tevens onderlinge
afstanden tussen markante punten gemeten
(de afstanden van en tussen ramen enz.) ten
behoeve van de schaalbepaling in de foto's.
De meting
Zo kort mogelijk voordat de tanker arriveert
worden visueel met beide instrumenten de vier
landbaken afgelezen, nadat uit het peilmerk
in de lichtopstand de hoogten van beide vizier
lijnen zijn bepaald. Achter één van de instru
menten wordt een camera gemonteerd (foto 4).
Vervolgens worden de landbaken gefotogra
feerd (foto 2). Vanuit de semafoor wordt tijdig
het naderen van de betreffende tanker ge
meld. Te beginnen bij een afstand van 4600 m
(dit is de afstand schip-lichtopstand) worden
elke 400 m de afstanden doorgegeven naar de
meetploeg op het Noorderhoofd.
Op het tijdstip van de melding 4600 m (c.q.
4200 m, 3800 m, enz.), wordt de stopwatch
afgelezen en genoteerd. Tegelijkertijd wordt
met de instrument-cameracombinatie een foto
gemaakt van de voorbaak van het schip
(foto 3, 5 en 6) of van de voorzijde van het
schip als er geen baak aanwezig is (foto 7
en 8).
Met het andere instrument wordt visueel de
voorbaak afgelezen (d.w.z. op een verkleind
model van de baak op papier aangestreept en
176
foto 3.
foto 4. Waterpasinstrument KONI 007 met reflex-
camera Asahi-Pentax.
foto 5. De tanker Sitalamet baken.
foto 6. De tanker Sitalamet baken.