A ;-;;; ww
later afgelezen), alsmede de richting naar de
tanker. Hierna wordt de achterbaak afgelezen
of gefotografeerd (achterschip), de richting
bepaald en de stopwatch afgelezen. Hiervoor
zijn drie waarnemers op de lichtopstand nodig.
Dezelfde procedure vindt plaats bij de af
standen 4200 m, 3800 m, enz. tot 1000 m.
Bij de afstanden korter dan 1000 m wordt niet
meer op het radarscherm afgelezen; nu wor-
den afwisselend voor- en achterschip (baak)
afgelezen, gefotografeerd, de richting bepaald
en de chronometer genoteerd tot de tanker is
gepasseerd. Aannemende dat de snelheid van
de tanker constant is of regelmatig afneemt
kan men door de tijdopname of uit de schaal
van de foto's ook de afstand van de tanker
tot de lichtmast berekenen.
Onmiddellijk na de metingen aan de tanker volgen weer de aflezingen van de landbaken.
^5^-^ /drtc/6dd/<
1 /a/?c/6aa/c
De berekening
In fig. 5 worden door (N.A.P. vlak), e
(waterstand) en d (instrumenthoogte circa
N.A.P. +11,50) evenwijdige niveauvlakken
voorgesteld; b is de rechte vizierlijn van het
instrument zonder de invloed van refractie en
ontregeling; a geeft de invloed van de ont
regeling van het instrument aan; c is de vizier
lijn in werkelijkheid, dus met inachtneming
van de ontregeling van het instrument en de
refractie.
De aardkromming is afhankelijk van de af
stand id) van het instrument tot het object en
dr
is te berekenen volgens de formule a
a is de aardkromming in cm; d is de afstand
instrument-object in km en N is de kromte
straal van de aarde in km.
N is ter plaatse (breedte 51° 59') 6391 km
(in oost-west-richting).
iN=Ï2782 km 7>824cm-
De aardkromming ter plaatse is dus:
a 7,824 d2 cm.
177
foto 7. De tanker „Sephia" zonder baken.
foto 8. De tanker Sephiazonder baken.
M.E.T
chronom.
richting
t.o.v
Radar-
afstand
foto- Baakaflezing Hoogte
ïummer achter- voor- vizierlijn
schip schip