waarden geven, en vermoedelijk niet groter zijn dan 5 cm. sub f: In het begin hebben we gezien dat het soortelijk gewicht van het zeewater niet con stant is. Een tanker van 13 m diepgang zal in zuiver zoet water (s.g. 1,000) 34 cm dieper liggen dan in zuiver zout water (s.g. 1,026). Het water in Europoort is echter nog over wegend zout, zodat we maximaal 3 a 4 cm zakking verwachten tengevolge van het ver schil in soortelijk gewicht. Uit metingen op voor- en achterbaak (schip) blijkt dat het voorschip bij binnenkomst lager ligt dan het achterschip. Uit dit verschil in hoogte volgt de trimver- andering. Fotografische opname Er zijn slechts enkele tankers uitgerust met baken. Op tankers welke niet van een baak zijn voorzien kan langs fotografische weg gemeten worden. Onderdelen van het schip die op de foto te zien zijn fungeren nu als baak. Fig. 6 kan een foto voorstellen, gemaakt via een waterpasinstrument van b.v. een raam PQvan een schip. Van de kruisdraden is H de horizontale draad, B de bovendraad en O de onderdraad. Wanneer men de werkelijke afstand PQ na derhand in de haven meet, of uit de bouw tekening kent, dan kan men uit de op de foto gemeten afstanden van diverse punten van het schip de afstand ten opzichte van de drie draden berekenen (zie ook foto 7 en 8). De afstand tussen boven- en onderdraad is d 100 Omgerekend naar de afstand PQ op het schip kan men uit de afstanden op de foto de groot te van de afstand BO op het schip berekenen. Evenals men bij het waterpassen uit de afle zing van boven- en onderdraad de afstand tussen het instrument en de baak kan bepalen, kan men zo bij benadering ook de afstand (d) van het instrument tot schip vaststellen: d - 100. BO. Uit een foto van een landbaak kan men de gecombineerde brandpuntsafstand van camera plus waterpasinstrument bij benade ring bepalen (fig. 7). r - 9 Immers PQ 25 cm (één vak op de land- baak), de afstand d is bekend (2000, 3000, 4000 of 4500 m) en P'Q' is uit de foto te me ten. P' Q' d PQ is afhankelijk van de nauwkeurigheid van de meting van de afstand P' Q' De brandpuntsafstand is constant en daar men door middel van de radar (reeds) beschikt over de afstand tussen het instrument en het schip, zou men dus de afstand PQ niet aan boord van het schip behoeven te meten. De fotografische methode biedt wat meer mogelijkheden dan de visuele, doch door een aantal extra foutenbronnen is de nauwkeu righeid minder. Mogelijke fouten van de fotografische methode Bij de fotografische methode heeft men buiten de foutenbronnen voor de visuele waarneming nog een aantal extra foutenbronnen. aOverstraling Het is een bekend verschijnsel dat op de foto witte vlakken groter worden afgebeeld dan zwarte vlakken door overstraling (zie foto 2). b. Prilling Wanneer het waterpasinstrument trilt door wind en dergelijke of het beeld in de kijker 180 I -►j

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1967 | | pagina 20