NIEUWE INZICHTEN IN DE PUNTSBEPAL1NG
RUIMTETRIANGULATIE MET BEHULP VAN DE SATELLIETEN
Ten behoeve van deze 3e meting werden ook in die gebieden waar het eerder niet
mogelijk was ondergrondse merken geplaatst, die hopelijk zakkingsvrij zullen blijken te
zijn. Van de nu zeer grote hoeveelheid verkenmerken, die nog steeds wordt uitgebreid,
was het niet meer mogelijk de publikatie in boekvorm uit te voeren. Hierdoor werd over
gegaan tot de losbladige 7e uitgave, gekoppeld aan de Topografische kaart 1 25 000.
Wat betreft de vernieuwing, zullen worden besproken de resultaten van de na 1959 in
gebruik genomen automatische waterpasinstrumenten en enige aandacht zal worden
besteed aan de sinds 1965 door de Meetkundige Dienst van de Rijkswaterstaat gestarte hy
drostatische nauwkeurigheidswaterpassing door de kanalen en rivieren van ons land.
\*A
In de H.T.W.1956 staan vele methoden van puntsbepaling vermeld zonder veel verband
in wiskundige opzet. De mogelijkheden, welke de nieuwe afstandmeters als tellurometer
en geodimeter bieden, hebben geleid tot een geheel nieuwe algemene theorie, welke
ontwikkeld is door Prof. Ir. W. Baarda.
Zonder diep op deze theorie in te gaan zal de praktische toepassing ervan gedemon
streerd worden aan de hand van een voorbeeld uit de praktijk, nl. paspuntsbepaling
in een ruilverkaveling.
Het verschil met de „klassieke" methoden van puntsbepalingen zal met dit voorbeeld
toegelicht worden. De wijze van verkenning en berekening, toetsing van meetresultaten
en tijdsbesparing in velddagen zullen besproken worden.
Sinds enige jaren functioneert aan de T.H. te Delft een werkgroep „Satellietgeodesie",
welke behoort bij de onderafdeling Geodesie. De leiding van de groep berust bij Prof.
Ir. G. J. Bruins en de groep bestaat momenteel uit 2 ingenieurs, 2 H.T.S.'ers, 4 student
assistenten en een instrumentmaker. De werkzaamheden van de groep zijn voornamelijk
gericht op het fotografisch waarnemen van bepaalde aardsatellieten en het verwerken