hem bewoonde huis. C is bereid A geld te
lenen. Hij verlangt echter zakelijke zeker
heid.
Wat zoudt U adviseren?
4. Waarom is het vestigen van een hypotheek
streng formeel en welke dwingende forma
liteiten zijn dat dan?
Wat moet de notariële akte bevatten?
5. A is voor de tweede keer buiten gemeen
schap van goederen getrouwd met mevr. B.
A heeft uit zijn eerste huwelijk één kind
Kees, uit zijn tweede huwelijk één kind
Willem.
Hij laat na 60.000,Bij de verdeling
van de erfenis krijgt Kees 40.000,en
Willem 20.000,—.
Verklaar deze verdeling.
Landmeetkunde III
Tijd: 150 minuten
1. De verkenning van een snelliuspunt had
tot resultaat: zichtbaar in P de vaste pun
ten 1, 2 en 3; in een excentrisch punt Pe de
vaste punten 3 en 4. (De in Pe gemeten
4
richtingen zullen door berekening van de
overgangen worden overgebracht naar P.)
De richtingen naar 1, 2, 3 en 4 zijn resp.
ongeveer 0 gr, 50 gr, 100 gr, 250 gr, voor
de afstanden zie de figuur.
Met de formule enz.
gi'
worden richtingsgewichten berekend, de
uitkomst is go gs 1, g4 5.
aConstrueer de genormaliseerde inverse
figuur.
b. Bepaal de maximum en minimum stan
daardafwijking.
2. Een vrijwel gestrekte, tweezijdig aangeslo
ten veelhoek heeft 20 standpunten, de ge
middelde zijdelengte is 400 m. Begin- en
eindpunt worden geacht een standaardaf
wijking te hebben van d 10 cm, het
minst nauwkeurige punt van de veelhoek
moet met dezelfde nauwkeurigheid be
paald worden. Geef aan:
a. hoe de hoekmeting moet worden uitge
voerd (welk type instrument, gedwon
gen centrering?)
b. of de lengtemeting uitgevoerd kan wor
den met:
1. de invarbasisbaak, en op welke wij
ze,
2. een dubbelbeeldafstandmeter,
3. de geodimeter.
3. Wat verstaat men onder elektro-optische
en microgolf-afstandmeters en in hoeverre
verschillen deze instrumenten voor wat be
treft de praktische toepassing?
4. Waarom wordt een overgangsboog gelegd
tussen rechtstand en cirkelboog?
Wat is theoretisch de juiste kromme hier
voor en hoe is hierbij het verband tussen
kromtestraal en booglengte?
Welke benadering wordt wel toegepast?
In hoeverre verschilt de methode Nalenz
van de overige methoden?
mp~ m- o
2 72 (rc2 - 1) (rc2 3)
q Q2 192»
q2/ PiL
Fotogrammetrie
Tijd: 100 minuten
1. De n punten T1....Tn zijn incidenteel
ruimtelijk gelegen. Door twee andere ruim
telijke punten L en R worden stralenbun
dels gedacht, waaruit worden genomen de
stralen LT1....LTn en de daarmee cor
responderende stralen RT1RT„. De
stralenbundel door R wordt nu evenwijdig
verplaatst in de lijn RL tot de top R'.
aBewijs, dat de corresponderende stralen
van de bundels door L en R' elkaar snij
den en dat de onderlinge situatie der
snijpunten mxmn een schaalmodel
vormt van de onderlinge situatie der
punten T door te bewijzen, dat de on
derlinge afstanden der punten mv ,mn
225
CO"
3,2 km
I 6c2