door de congrescommissie eerst een kopje koffie
aangeboden. Om 10.30 uur, na de kennisma
king en een eerste, vluchtig bezoek aan de
tentoonstelling, verrichtte de voorzitter van
het Nederlands Genootschap voor Landmeet
kunde, de heer Rietveldt Ing. de opening van
het congres.
Allereerst heette hij de dames welkom, waar
voor een apart programma door het damesco
mité (Mevr. Benda, Schrikkema en Tijsmans)
was georganiseerd, en vervolgens de sprekers
van beide dagen: de heren Ir. Haarsma, Van
der Houven, Ir. Van Mierlo, Ir. Poelstra, Prof.
Ir. Witt en Cloosterman; alsook de weten
schappelijk adviseur van Geodesia, Ir. Van
Wely, de voorzitter van het forum; en het be
stuur van de Nederlandse Landmeetkundige
Federatie.
Over de samenwerking met de NLF, sprak de
heer Rietveldt als volgt:
De contacten met de NLF zijn in de afgelopen
twee jaar en in het bijzonder het laatste jaar
goed geweest. De instelling van een adviescom
missie door uw bestuur, die tot taak had het
probleem van de verenigingsstructuur op land
meetkundig gebied te bestuderen, heeft de bei
de hoofdbesturen om één tafel gebracht. Hier
mogen wij wel even bij stilstaan. Voor het
eerst in de historie van het landmeetkundig
verenigingsleven, op 28 juni 1967, zaten de
partijen, waartussen een tien a twintig jaar ge
leden, om van de dertiger jaren maar niet te
spreken, enorme afstanden door sentiment, op
leiding en houding aanwezig waren, bij elkaar
en bespraken op prettige, open wijze hun pro
blemen.
Het rapport van deze commissie gaf maar één
duidelijke conclusie: Overleg tussen NLF en
NGL is noodzakelijk om op basis van dit rap
port te komen tot een meer formele samen
werking. En deze samenwerking acht de com
missie noodzakelijk, omdat de wijzigingen in
de landmeetkundige wereld op nationaal en
internationaal niveau op het gebied van op
leidingen, werkterreinen en EEG-verband zo
danig zijn, dat om een stem van enig gezag
voor ons kleine land te laten horen, het aller
stem moet zijn.
214
mmmm.
Overzicht van de zaal.