De leden van de aangesloten verenigingen heb
ben het rapport van de wijze mannen- hun
motto bewijst onder meer, dat deze benaming
juist is geweest - in hun bezit en zij hebben ken
nis kunnen nemen van de standpunten van de
besturen tegenover de plannen die in het rap
port zijn genoemd. Een studiecommissie, be
staande uit vertegenwoordigers van elk der zes
landmeetkundige verenigingen, is gevraagd
een nieuw plan te ontwerpen waarin de zes
verenigingen op effectieve wijze kunnen sa
menwerken.
Geen gemakkelijke taak, ook voor deze „wijze
mannenniet. Maar het is noodzakelijk dat er
binnenkort wat gebeurt; daaraan geeft het
rapport van de heren Baarda, Scherpbier,
Waalewijn en Van der Werff duidelijk uiting.
Wij zijn hun dank verschuldigd voor hun
werkzaamheden. Want al konden wij met hun
plannen niet meegaan, hun rapport is een
goede basis om toch te komen tot een nieuwe
organisatiestructuur van het landmeetkundig
verenigingsleven in ons land. Iedere vereni
ging heeft dus een man in de nieuwe studie
commissie. Vanzelfsprekend geen gevolmach
tigd vertegenwoordiger, maar toch iemand
die gezag heeft in die organisatie en kennis
draagt van de gevoelens in die vereniging.
Laten wij hopen dat er spoedig een formule
gevonden is die voldoet. Zij werken er hard
aan. Dat het allen, die met de landmeetkunde
van doen hebben, ten nutte moge komen.
Verder richtte de heer Rietveldt een speciaal
woord van welkom tot de leraren van de HTS
in Utrecht, afdeling Landmeetkunde, de heren
Mr. Ir. Witvliet, Ir. de Boer, Ir. Govers, Man
tel en Ir. van der Schaaf; de afgevaardigden
van het Landmeetkundig gezelschap „Snel-
lius"; de heer Schrikkema Ing., de voorzitter
van de congrescommissie, die tevens het Neder
lands Instituut van Register-Ingenieurs en af
gestudeerden van de Hogere Technische Scho
len, het NIRIA, vertegenwoordigde.
En tenslotte de besturen van de bij het NGL
aangesloten verenigingen VTAK, VVL en
VMDR en de vakredacteur wegenbouwkunde
van het Polytechnisch Tijdschrift, de heer J. A.
Visser Ing.
Hierna sprak de voorzitter:
Met de wens dat deze dagen u dit besef bijzon
der duidelijk mag worden en dat u zich zult
verblijden in de ontmoeting met anderen, oude
bekenden en nieuwe collega's; met de wens dat
uw geestelijk bezit mag vermeerderen door de
ervaring en kennis van de sprekers; dat u mee
moogt leven met de ontwikkelingen op ons
werkterrein, gedemonstreerd op de tentoon
stelling; dat u zich moogt verrijken door de
aanschaf van de voor u noodzakelijke instru
menten en materialenkortom dat u ten volle
zult genieten van de vreugden van deze sa-
nenkomst, verklaar ik het vierde NGL-congres
en de daarbijbehorende tentoonstelling voor
geopend.
Hierna volgden de eerste twee inleidingen door
Ir. M- Haarsma en de heer G. van der Houven.
De volledige tekst van deze en de andere op
dit congres gehouden lezingen zal later in dit
tijdschrift worden gepubliceerd.
Na de lunch, waaraan ongeveer 300 congres
gangers deelnamen, spraken de heren Ir- van
Mierlo en Ir. T. J. Poelstra.
215
De gemeenschappelijke lunch.
Tijdens de lunch. - V.l.n.r. G. v. d. HouvenIr.J. v. Mierlo
E. Schrikkema Ing., J. Rietveldt Ing., Ir. M. Haarsma en
Ir. T. J. Poelstra.