bij patroonijking hinderlijke discrepanties ge
constateerd. Dit punt brengt ons eerst op de
manoeuvres der patroonijking. Het is daarbij
in het algemeen de bedoeling antenneposities
op zee vast te leggen door synchrone theodo
liet- of tellurometer-metingen vanuit stand
plaatsen langs de kust en eveneens gelijktijdige
decometeraflezingen. Er behoort dus commu
nicatie te zijn tussen alle waarnemers, meestal
gerealiseerd met behulp van VHF. Het mo
ment van waarneming wordt gegeven vanaf
het vaartuig door aftelling als of er een ruimte
raket wordt gelanceerd. Het vaartuig wordt
zo stil mogelijk gehouden maar gaat niet voor
anker. Ook in Groningen heeft men dit ge
daan althans voor de ijking van bepaalde ge
bieden. Voor de eerste ijking was het systeem
eenvoudiger van opzet, men kon nl. de
scheepspositie met een paal markeren op het
wad en deze paal later insnijden vanaf de wal.
Dit geschiedde op een 15-tal punten, waar
door 15 vergelijkingen met twee onbekenden
k en l voor ieder patroon opgesteld konden
worden.
De onderlinge tegenspraak was onvoorzien en
liep op tot verschillen met de vereffende la-
ne-nummers van 0,2 lane.
Hierna werden op de manier van fig. 12 hy
pothetische correctielijnen geconstrueerd. Men
krijgt dan te maken met de Groninger kust
lijn, waardoor incidenteel paden over land-
water-land-water ontstaan.
comcmtum
M-F/x smwse/i/
thans voor de eerste ijkpunten teruggebracht
tot maximaal 0,02 lane.
Al is hiermede veel verklaard, de vraag is,
hoe moeten de patronen op de kaartbladen
worden aangebracht. Alleen confocale vlakke
hyperbooltakken zonder deformaties komen
in aanmerking bij het opgezette automatise
ringsproces.
Deze toepassing is alleen mogelijk door voor
de verschillende kaartbladen die incidentele
patroonsconstanten vast te stellen, die het
best aansluiten aan het uitgestraalde patroon
ter plaatse. De onder andere benodigde 58
kaartbladen 1 10000 zullen dan echter wat
de patroon figuratie betreft niet geheel aan
elkaar sluiten.
Fig. 13 wordt gehanteerd als indicatie van
gebieden, waar intensieve ijking noodzakelijk
is. Reeds is gebleken, dat de theoretische voor
stelling incidenteel rigoureuser is dan de fei
telijke situatie. Hetgeen alleen al het verrich
ten van ijkmetingen wettigt.
Hi-Fix Ras Tanura
Het resultaat is afgebeeld in fig. 13 en met
behulp van deze correctielijnen werden dank
zij deze modelverfijning de discrepanties al-
Tot slot een voorbeeld van two-vang Hi-Fix,
waarbij de beide slaves walstations zijn en
de master zich aan boord van het meetvaar-
tuig bevindt. Dit is dus een single user systeem,
andere vaartuigen kunnen er gelijktijdig geen
gebruik van maken. Dit systeem geeft aan
leiding tot positielijnen in de vorm van con
centrische cirkels rond de Slaves. Ook het te
kenen van deze patronen is door de Meetkun
dige Dienst van de Rijkswaterstaat geautoma
tiseerd.
242
F/G. 13