Over de vernieuwing van het Kadaster
volgens het ontwerp KADASTER WET en een
vergelijking met de oorspronkelijke kadastrering van
Nederland
(vervolg)
door P. S. Teeling Ing-, technisch hoofdambtenaar van het Kadaster
te Alkmaar
Planmatige aanpak
Zoals hiervóór reeds werd opgemerkt bestaat
er nog geen landelijke inventaris van de in het
verleden inmiddels uitgevoerde hermetingen
van gemeenten of gedeelten van gemeenten.
Vermoedelijk zal de aan de gang zijnde zeer
toe te juichen inventarisatie van alle tiendui
zenden kadastrale kaarten hier enig inzicht
geven, als tenminste de resultaten van de in
ventarisatie worden gepubliceerd.
Wat indertijd wèl gepubliceerd is, dat is het
resultaat van de enquête van de toenmalige Di
recteur van het Kadaster, dhr. Stoorvogel,
welke tot doel had enig inzicht te verkrijgen
in de behoefte aan hermeting. Op een verga
dering van de Vereniging voor Fotogramme-
trie in 1956 heeft hij over de einduitkomsten
van zijn onderzoek enige mededelingen ge
daan. De oude stadskernen in Nederland om
vatten 16.000 ha, en daarvan zijn er in de
loop der jaren ongeveer 6.000 ha hermeten en
herkaarteerd. Van de overblijvende 10.000 ha
zeer lastig op te meten binnensteden waren er
niet minder dan 7.000 ha, welke zeer urgent
hermeten moesten worden.
De overige 3.000 ha vielen tien jaar geleden
nog buiten die hermetingsurgentie, binnenste
den als die van Medemblik, welke thans om
een betere basiskaart vragen en die soms al
(zoals in Medemblik) door een andere instan
tie (desnoods via fotogrammetrie) werden
geholpen.
In 1956 was er een opgave van de oppervlakte
van alle buitenwijken van de steden te zamen.
Deze bedroeg 58.000 ha, waarvan slechts
29.000 ha waren hermeten en op schaal 11000
gekaarteerd. Doch niet minder dan 18.000 ha
buitenwijken waren zo goed en zo kwaad als
het ging bijgewerkt in de oude kaarten schaal
1 2500 en misschien ook nog wel op schaal
1 5000. Ik herinner me tenminste nog dat ik
in 1928 in Leiden een landmeter assisteerde
die bij PW honderden bouwterreinen in Kat
wijk aan Zee mat. Ik moest de metingen in
een kaart 1 5.000 prutsen, die toen al een
aanfluiting was. Nog in 1956 was volgens de
opgave-Stoorvogel de hermeting van 18.000
ha buitenwijken zéér urgent en van 4.000 ha
urgent te noemen.
Aan de periferie van de bebouwing heeft men
de uitbreiding. De oppervlakte van deze stad-
uitbreidingen bedroeg naar schatting 56.000
ha waarvan 29.000 ha op plans 1 1.000 wa
ren gebracht. Doch zeer urgent moesten toen al
niet minder dan 18.000 ha zeer dringend her
meten worden en van 5.000 ha bestond er een
bepaalde urgentie.
Voor wat de landelijke gebieden betreft: van
de in totaal 649.000 ha van deze categorie
was slechts 88.000 ha door de een of andere
oorzaak (ruilverkaveling?) hermeten en her
kaarteerd. Zeer urgent werd de hermeting ge
acht van 50.000 ha, en van 206.000 ha werd
hermeting urgent genoemd. Daarbuiten had
men de landelijke gebieden cultuurgrond met
243