hoger beroep en beroep in cassatie mogelijk.
Zodra de vonnissen in kracht van gewijsde
zijn gegaan, wordt de aldus afgesloten lijst
van rechthebbenden in de openbare registers
ingeschreven.
Begrijp ik het goed, dan komt daarna de ma
chinerie van de landregistratie op gang. De
hermetingsstaat wordt in de kadastrale re
gisters toegepast, op grond van de ingeschre
ven lijst van rechthebbenden en de metings
resultaten. Voor zover er een verandering van
de bij het Kadaster bekende rechtstoestand
plaatsvond en/of van de perceelsgrootte en/of
van de kadastrale aanduiding, dan wordt aan
de zakelijk rechthebbenden bij aangetekende
brief een kennisgeving gezonden van deze
veranderingen. Een kennisgeving, uitgebrei
der dan die welke thans nog op grond van de
Wet op de Grondbelasting wordt gezonden.
Ze moet nl. vermelden de rechtstoestand, de
perceelgrootte en de kadastrale aanduiding
die in de kadastrale registers vóór en na de
toepassing van de hermetingsstaat is vermeld,
zodat de zakelijk gerechtigden kunnen beoor
delen of de veranderingen ten onrechte zijn
aangebracht of onvolledig of zelfs onjuist
zijn. Tegen deze veranderingen kan eveneens
tot in hoogste instantie bezwaar worden ge
maakt. Theoretisch is het mogelijk, dat iemand
t.a.v. wiens rechten reeds is vonnis gewezen,
na ontvangst van de kennisgeving van de ka
dastrale dienst weer een bezwaarschrift in
dient b.v. tegen de vastgestelde grootte van
zijn grondstuk.
Anders dan in de Grondbelastingwet is be
paald, is in de Kadasterwet van herberekening
op kosten van ongelijk geen sprake. Ook is
in de Kadasterwet geen verwijzing naar een
te hanteren tolerans, zodat het kan gebeuren
dat een eigenaar van een perceel op grond
van de Wet bij afwijzende beschikking van de
landmeetkundige (b.v. doordat het grootte-
verschil valt verre binnen de huidige tolerans
en zelfs binnen de tolerans die in 1830 aan
gehouden werd) de rechtbank verzoekt om
wijziging van de vastgestelde grootte. En
mocht de klager door de Rechtbank in het on
gelijk zijn gesteld, dan kan hij hoger beroep
en beroep in cassatie instellen. Over de kosten
van herhaalde opmeting en berekening is
niets in de Wet gesteld. Vermoedelijk zal de
Rijksdienst deze voor zijn rekening moeten
nemen.
Al met al ziet U wel, dat ook voor de ver
nieuwing van het Kadaster de rechten der za
kelijk belanghebbenden met alle mogelijke
zorg zijn omgeven. Dit betekent dunkt mij
tevens, dat aan de basisgegevens hoge eisen
van betrouwbaarheid moeten worden ge
steld. Want wat geeft het of men (gelijk dat
bij de kadastrering in het begin van de 19e
eeuw gebeurde) van goede meetgegevens een
kaart samenstelt, als men niet op ondubbel
zinnige wijze de grenzen op het terrein binnen
een voor het betrokken perceel aanvaardbare
betrouwbaarheidsstrook zal kunnen recon
strueren?
Toekomst
Blijkens de Tweede Nota over de Ruimtelijke
Ordening in Nederland (afgesloten in eind
juli 1966) kent ons land thans 941 gemeenten,
waarvan 692 met minder dan 10.000 inwo
ners. 142 gemeenten hebben minder dan
20.000 zielen en 70 gemeenten tellen tussen
de 20.000 en 50.000 inwoners. 23 gemeenten
vindt men met tussen de 50.000 en 100.000
en 14 grote van meer dan 100.000 inwoners.
Naar berekeningen van de deskundigen gaat
de Regering er van uit dat in het jaar 2000 de
steden Amsterdam en Rotterdam elk meer dan
een miljoen inwoners tellen, terwijl er vijf
bevolkingsconcentraties zullen zijn van V2 tot
1 miljoen in Den Haag, Utrecht, Eindhoven,
Arnhem en Twente, alsmede elf concentraties
van V4 tot V2 miljoen in Groningen, Zwolle,
Haarlem, 't Gooi, Amersfoort, Dordrecht,
Breda, Tilburg, Den Bosch, Nijmegen, Heer-
len-Kerkrade. Daarnaast zal men 16 steden
van 125.000 tot 250.000 zielen tellen, 22 ag
glomeraties van 65.000 tot 125.000 en 32 con
centraties van 30.000 tot 65.000 personen.
Daarnaast zal men dan nog 109 verstedelijkte
gemeenten aantreffen met tussen de 10.000 en
30.000 inwoners.
Niet alleen zullen in de komende dertig jaar
woningen voor ongeveer 71/2 miljoen nieuwe
Nederlanders moeten worden gebouwd, maar
er wordt door de Regering op gerekend dat
in diezelfde periode rond 350.000 slechte hui
zen moeten worden vervangen. En wat de
stadsreconstructie (als b.v. het Alkmaarse ge
val) betreft, is uit een enquête onder de pro
vinciale besturen gebleken, dat in ons land
plusminus 100 kernen een dergelijke recon
structie behoeven. Voeg daarbij nog de uit
breiding van het wegennet, de ruimtelijke
ontwikkeling van de openluchtrecreatie, de
regionale industriële ontwikkeling e.d.m.
Met deze haast onoverzienbare problemen
voor ogen kan men wel stellen dat wij-van-
het-Kadaster te maken zullen krijgen met de
vernieuwing van nagenoeg alles dat in de
247