Bij het afsluiten van de 9e jaargang Met dit nummer sluiten wij de 9e jaargang van Geodesia af. Weer zijn elf nummers met ver schillende onderwerpen verschenen. In de inhoudsopgave achterin dit nummer kunt U zien dat er zeker wel variatie in de onderwerpen aanwezig is geweest. De ver wachting dat er meerdere beschouwingen met betrekking tot het Rapport van de Staatscom missie inzake het Kadaster zouden worden ge publiceerd, is niet uitgekomen. Slechts één schrijver heeft zich hieraan „gewaagd". Naar onze mening is dit één van de onderwerpen, waar toch nagenoeg alle landmeetkundigen in Nederland direct of indirect mee te maken hebben, dat een bredere discussie verdiend had. Het aanbod van kopij van kadastrale zijde is trouwens relatief toch al tamelijk ge ring. Ondanks deze en ook nog wel enkele andere gebreken in de belangstellingssfeer hopen wij toch een bescheiden bijdrage geleverd te heb ben ter verbreding van kennis van en belang stelling voor de landmeetkunde. Zonder de auteurs en ook de medewerking van onze we tenschappelijk adviseur Ir. G. A. van Wely was dit niet mogelijk geweest. Met Ir. van Wely onderhielden wij een bijzonder prettige samenwerking en wij menen er goed aan te doen ook op deze plaats onze dank hiervoor tot uitdrukking te brengen. Het vierde NGL-congres, dat ook deze keer weer vele bezoekers trok, stond in het teken van de „primaire metingen". Ook dit con gres zal ongetwijfeld weer velen tot de con clusie hebben gebracht dat kennisname van de ervaringen en studies van anderen een onmisbaar element is voor eigen ontwikkeling. In de loop van het volgend jaar zullen de in Arnhem gehouden voordrachten alle in Geo desia gepubliceerd worden. Hetzelfde geldt voor de naar aanleiding van deze voordrach ten gehouden discussies. Wij stellen het op hoge prijs, naast het ont vangen van bijdragen voor Geodesia, ook ideeën en voorstellen te ontvangen teneinde ons blad leesbaar en vooral bij de tijd te houden. Tenslotte willen wij U prettige Kerstdagen toewensen; en voor 1968: veel goeds zowel in Uw persoonlijk leven als ook in Uw werk. De Redactie LANDBOUWBEGROTING 1968 Stichting Beheer Landbouwgronden Gelet op de betekenis, die de Minister van Landbouw en Visserij hecht aan het grond beleid, belicht de bewindsman in de Memorie van Toelichting bij de Landbouwbegroting- 1968 enige specifieke aspecten van de activitei ten van de Stichting Beheer Landbouwgron den. De renteloze voorschotten aan deze S.B.L. worden voor het nieuwe begrotings jaar geraamd op 38 miljoen tegen 26 mil joen in 1967. Het bezit van de Stichting omvatte eind 1966 in 45 ruilverkavelingen in voorbereiding en in 100 ruilverkavelingen in uitvoering 20.300 ha grond en 700 gebouwen. Binnen de ruil- verkavelingsgebieden neemt de aankoopac tiviteit toe, hetgeen in de eerste plaats voort vloeit uit de in vele gebieden optredende prijs- stabilisatie van landbouwgronden. In het jaar 1966 betaalde de S.B.L. voor boerderijen in clusief gebouwen gemiddeld 7290 per ha en voor los land gemiddeld 5310 per ha. In 1965 waren deze bedragen resp. 7240 per ha en 5260 per ha. 249

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1967 | | pagina 17