De grotere aankoopactiviteiten komen o.m.
voort uit de gestegen grondbehoefte. In toe
nemende mate blijkt grond nodig te zijn voor
de uitvoering van doelmatige plannen met
een veelzijdig karakter. De voorgestelde mid
delen beogen aan deze behoefte in verant
woorde mate tegemoet te komen.
In de recente ruilverkavelingsprojecten wordt
in steeds sterkere mate rekening gehouden
met de uitvoering van werken van openbaar
nut, waardoor landbouwgrond aan de agra
rische bestemming wordt onttrokken. Tege
lijkertijd is het voor de agrarische onderne
mers van belang eventuele bedrijfsverkleinin-
gen als gevolg van de toepassing van artikel
13 van de Ruilverkavelingswet of van de af
trek voor het plan van wegen en waterlopen
te compenseren. Tenslotte is er uiteraard
grond nodig voor bedrijfsvergrotingen bij
boerderijverplaatsing en voor overbedeling
ter voorkoming van hoge kavelinrichtingskos
ten. Geraamd is dat ongeveer 30 bedrijven
kunnen worden aangekocht van boeren in
ruilverkavelingen die een domeinbedrijf in
Oostelijk Flevoland zullen accepteren, waar
voor 4,5 min. nodig zal zijn.
Verder mag worden aangenomen dat onge
veer 600 bedrijven zullen worden beëindigd
krachtens de bepalingen van de O.- en S.-re
geling I, onder overdracht van hun gronden
(en gebouwen) aan de Stichting Beheer Land
bouwgronden, waarvoor 24 min. is ge
raamd.
Tenslotte is 22,5 min. uitgetrokken voor
aankopen na bedrijfsbeëindiging en inciden
tele aankopen. Op de uitgaven is, tenslotte,
13 miljoen in mindering gebracht uit in
komsten.
Minister Lardinois kondigt verder aan, dat hij
het bestuur van het Ontwikkelings- en Sane
ringsfonds voor de Landbouw de suggestie zal
doen bij bedrijfsbeëindiging via het O.- en S.-
fonds buiten ruilverkavelingsgebieden de
voorwaarde te stellen dat de grond in eerste
instantie moet worden aangeboden aan de
Stichting Beheer Landbouwgronden. Bij be
drijfsbeëindiging in ruilverkavelingsgebieden
is dat nl. reeds het geval.
De minister wil daarmede twee doeleinden
dienen: In de eerste plaats kunnen gronden,
gelegen aan de rand van ruilverkavelingsge
bieden worden uitgeruild met gronden in het
blok, waardoor het nuttig effect van de ruil
verkaveling wordt vergroot. In de tweede
plaats wordt aldus de mogelijkheid geschapen
grond via verkoop aan gemeenten of andere
publiekrechtelijke lichamen te doen benutten
ter compensatie van onteigende landbouw
grond. Uiteraard zal niet alle grond zich daar
voor lenen, zodat de Stichting Beheer Land
bouwgronden ook niet verplicht moet zijn al
le aangeboden grond te kopen. Maar waar die
mogelijkheid wel bestaat, dient zij naar de
mening van de minister benut te worden als
aanvulling op de bestemming van gronden in
de nieuwe polders voor compensatiedoelein
den. Aldus kan een bijdrage worden geleverd
tot verlichting van de druk op de grond
markt, waarmee het algemeen belang, in het
bijzonder ook het agrarisch belang, is gediend.
BEGROTING DOMEINEN 1968
Verkoop domeingronden
In overleg met zijn ambtgenoten, die met het
oog op de vervulling van hun taak in het te
volgen beleid dienen te worden gekend, heeft
de minister van financiën, in het kader van het
door de regering te voeren grondbeleid beslo
ten aan het voornemen met betrekking tot de
verkoop van agrarische domeingronden uit
voering^ te geven. Aldus de paragraaf „Do
meinen" van de memorie van toelichting op
de begroting 1968 van Financiën.
In het kort samengevat betekent dit, dat de
mogelijkheid van verkoop zal worden ge
opend:
voor wat betreft reeds uitgegeven agra
rische domeinbedrijven, voor zittende
pachters en erfpachters;
voor wat betreft niet reeds uitgegeven
agrarische domeinbedrijven voor hen aan
wie in het kader van het uitgiftebeleid zo
als de bewindsman dat denkt te voeren, een
bedrijf kan worden toegewezen.
Verkoop van gronden zal niet plaatsvinden,
indien deze zou leiden tot schade van een goe
de ruimtelijke ordening. Voorts zal ter voor
koming van ongewenste speculatie in de koop
contracten een bepaling worden opgenomen,
waarbij behoudens door de Staat te verlenen
ontheffing, een vervreemdingsverbod voor de
duur van tien jaar wordt opgelegd.
De richtlijn voor de prijsbepaling zal zijn, dat
de prijs zal moeten overeenkomen met de prijs,
die op het oude land wordt gemaakt voor ver
gelijkbare bedrijven.
Wat de uitgifte van domeinbedrijven betreft,
250