In het Decca- en Hi-Fix-systeem van plaats bepaling worden de focaalpunten gevormd door de Master (M) en de Slave (SI), de hyper bolische coördinaat is het op een decometer af te lezen lane nummer L, waarin het verband met het afstandsverschil van een punt Sop de lane Ltot de punten M en SI wordt uitge drukt door de formule: T S,M MSI SISu Li ~r te Noemen we S-,M ah MSI b (basis), SIS-, Ci en I (met X golflengte), dan is dus L; l(at b q) k waarin l een vermenigvuldigconstante en k een optelconstante is. Voor zover de aarde als een plat vlak kan worden beschouwd is dit vlak hyperbolisch patroon algemeen gedefinieerd door de recht hoekige coördinaten XM, Yu en XSh Ys[ in een cartesiaans terrestrisch coördinatenstelsel en door de constanten l en k, terwijl de specifieke definiëring ontstaat, door de keuze van de reeks discrete waarden voor L, b.v. volgens gehele aantallen van een interval AL. De opgave luidt dit patroon op een zekere schaal in kaart te brengen. Maar men heeft telkens slechts nodig het gedeelte, dat op een bepaald kaartblad zal voorkomen. De ligging van het op dit blad af te beelden gebied moet dus eveneens worden gedefinieerd. Men zou de X- en V-coördinaten van de hoekpunten van dit gebied kunnen geven, maar vormt dit een rechthoek, dan kan worden volstaan met de lengte en breedte van deze rechthoek, met de X- en de V-coördinaat van één hoekpunt en met het azimut van één van de zijden. In fig. 2 is een hyperbolisch patroon getekend en komt de begrenzing van het op een kaart blad voor te stellen gedeelte tot uitdrukking. In tweeërlei opzicht komt een limitering tot stand: le. wat betreft de nummers van de lanes die op het blad zullen voorkomen en 2e. wat betreft het gedeelte van iedere lane, dat op het blad zal worden afgebeeld. Voor een tweede patroon, zonder welke geen positie bepaling mogelijk is, geldt hetzelfde. De problemen zullen echter analytisch moe ten worden aangepakt ten behoeve van een praktische reken- en tekentechnische oplos sing. Enkele facetten van de geautomatiseerde uitwerking, zoals deze bij de Meetkundige Dienst van de Rijkswaterstaat wordt toege past komen nu in bespreking. De daarbij ingeschakelde apparatuur bestaat uit een Calcomp als tekenautomaat, welke rechtstreeks is verbonden met een Zebra als rekenautomaat. In het kort aangeduid, krijgt een tekenstift telkens het bevel zich een bepaald aantal stap pen te verplaatsen in één van acht mogelijke hoofdrichtingen. Deze hoofdrichtingen ver schillen telkens 50 gr. Tevens zorgt de reken automaat voor het commando de tekenstift op de tekeningdrager neer te laten of van de tekeningdrager op te lichten. De daarmede uit te voeren afzonderlijke op drachten kunnen bestaan uit het trekken van een lijnstuk tussen twee in coördinaten gege ven punten. Dit vereist le. een programma van nauwkeurig geanaliseerde opvolgende ac tiviteiten in algemene zin van de rekenauto maat, een rekenprogramma dus dat voor alle dergelijke opdrachten in werking moet treden en 2e. de invoer van de gegevens voor het aan de orde zijnde speciale geval d.w.z. de coör dinaten van begin- en eindpunt. Als resultaat van de gestelde opdracht zal de verbindingslijn enigermate getand zijn, omdat slechts stappen kunnen worden genomen in de hoofdrichtingen. De consequenties van de inschakeling van dit basisprogramma voor de opzet van het auto matiseringssysteem voor positiepatronen zijn: 236 27. 29. 57 7&+ó-q-)+A= 69 69~- 77 65 707 F/6.2

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1967 | | pagina 4