wm ook in zulk een punt moeten worden beëin digd of onderbroken. Er zijn namelijk de volgende vier mogelijkheden in de onderlinge situatie tussen kaartblad en positielijn. 1. Een positielijn zal moeten worden samen gesteld uit koorden, hoewel de boog de eigenlijke meetkundige plaats vormt. De afstand tussen koorde en boog mag daar om de tekennauwkeurigheid niet over schrijden. De lanes van het patroon mogen alleen wor den getekend voor zover zij op het kaartblad vallen, d.w.z. het tekenen van iedere in aan merking komende lane zal moeten worden be gonnen in een snijpunt met de bladrand en Óf er zijn 0, óf 2, óf 4, óf 6 van deze snijpun ten per lane. Raakpunten zijn irrelevant. Analytisch wor den de coördinaten van deze snijpunten be paald door in de tweede graadsfunctie, waar- 2. De boogpunten als einden van deze koor den moeten in het x,y-kaart-coördinaten- stelsel worden berekend. Het is dus ratio neel als eerste rekenfase de coördinaten van punten, gegeven in het terrestrische A,F-stelsel te transformeren naar die in het x,y-stelsel. 237 Foto reproduktie-inrichting Rijkswaterstaat 5

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1967 | | pagina 5