mee brengt. Geheel anders wordt het in zwaar bebost en geaccidenteerd terrein. Hier kunnen de gewone klassieke methoden van verkenning en uitzetten in het veld alleen toegepast wor den als men ruimschoots over tijd beschikt. Een onconventionele zeer snelle oplossing is beschreven in de „Australian Surveyor" 1965 door W. Wassermann. Deze methode zal in vele gevallen een oplossing kunnen geven, zij het dan met de nodige variantie aangepast aan de lokale omstandigheden. Zoals bij het traceren van wegen, aquaducts enz. in het algemeen gebruikelijk is, vindt men de beste positie van de as door middel van een opeenvolgend benaderingsproces. De elektro technisch ingenieurs gaven een strip aan in het bestaande kaartenmateriaal, waar ongeveer de hoogspanningsleiding uitgezet zou moeten worden. Deze strip 5 km breed) werd met luchtopnamen op twee verschillende hoogten gefotografeerd. De vlucht op grotere hoogte verschaft foto's (genomen met een „wide angle" lens) op schaal 1 24000; de vlucht op lagere hoogte (met een normaal objectief) foto's op schaal 1 7000. Een overzicht van de luchtopnamen is gegeven in figuur 9. De leiding werd op een nauwkeuriger wijze in de foto's 1 24000 getraceerd dan kon geschie den in de bestaande kaarten; later nadat de paspunten waren bepaald werden de opnamen gebruikt voor een aerotriangulatie. De voor lopige plaats van de masten werden eveneens in deze foto's aangegeven (coördinaten van deze punten werden verkregen door middel van de aerotriangulatie) en overgebracht naar de foto's op schaal 1 7000. Met behulp van deze laatste foto's werden de voorlopige plaat sen van de masten in het terrein gemarkeerd en rondom schoongekapt met een straal van 20 meter. Verder werden 7 bestaande trian gulatie- en waterpaspunten als paspunten van kruis-signalen voorzien en zeven nieuwe pas punten ingemeten met behulp van de voer- straalmethode vanuit één bekend centraal hooggelegen punt. Hierbij werden de afstan den met de tellurometer en de hoogten trigo nometrisch bepaald. Elk van de 4 runs 1 24000 bestond uit 10 stereomodellen en was bepaald door 3 of 4 paspunten. Na deze voorbereiding werd de strip opnieuw met een normaal objectief en van 2600 m COVER OF AERIAL PHOTOGRAPHY 10 t-^LOWER TUM SWITCHING DETAILS OF AERIAL PHOTOGRAPHY DATE PURPOSE FLYING HEIGHT LENS SCALE NUMBER OF PHOTOS i. Feb. 1963 a Loc9 of Line b Aerial Trianq 9000 ft W 1:24000 43 2. Feb. I963 Placinq of Tarqets 4500 ft N E7000 I60 3. Apr I963 Plottinq 8000 ft N I: I2000 66 4. May I964 Profilinq 7000 ft W LI9000 37 Fig. 8 TUMUT STATION LEGEND A CONTROL POINTS BENCH MARKS CAMPS AREA COVERED BY FLIGHT No I AREA COVERED BY LvivJ FLIGHTS Nos-2,3ond4 TOWER 48

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1968 | | pagina 10