Technische metingen bij de aanleg van waterkrachtwerken Dr. Ir. P. Richardus, wetenschappelijk hoofdmedewerker aan de Landbouwhogeschool te Wageningen. Voordracht gehouden op de Studiedag der N.L.F. te Wageningen op 26 mei 1967. Wanneer technische projecten ontworpen, uit gezet, gebouwd en onderhouden worden, dan treedt daarbij een grote verscheidenheid van landmeetkundige werkzaamheden op. Deze kunnen op verschillende wijzen gerubri ceerd worden. Doet men dit naar de nauwkeu righeid, dan blijken alle typen van metingen vertegenwoordigd: van het „rough and ready" soort met een kompas en een touw met knopen om de halve meter, tot metingen van de hoog ste nauwkeurigheid toe. Men kan echter ook de rubricering aanpassen aan de fasen waarlangs een project zich ont wikkelt. Deze fasen kunnen als volgt worden benoemd: 1. Het analyseren van de technische mogelijk heden om het doel te bereiken, waarvoor een project gebouwd moet worden en de daarmee gepaard gaande terreinverkennin gen; 2. Het selecteren van een bepaald algemeen ontwerp uit een aantal ontwerpen, die uit de juist genoemde analyse naar voren zijn gekomen; 3. Het gedetailleerde ontwerpen en de con structie van de bouwwerken; 4. Het onderhoud. Elke fase verschaft specifieke landmeetkundi ge opgaven. In de eerste plaats is er een algemene op een soliede meetkundige grondslag gebaseerde kaart nodig van het gehele gebied waarin het project zich afspeelt. Deze kaart dient om alle mogelijkheden en voorstudies wat betreft de plaats en hoedanigheid van de bouwwerken en de toegangswegen, uit te werken. De meest geschikte schaal hiervoor ligt tussen 1 15000 en 1 25000. Als de kaart niet reeds bestaat bij de aanvang van de werkzaamheden kan ze het snelst geproduceerd worden door middel van luchtopnamen. Een hoogtelijnen interval van 20 meter is voldoende. De volgende stap in dit proces is het selecteren van enige mogelijkheden, die aan een meer ge detailleerde bestudering onderworpen moeten worden. Nu zijn er kaarten nodig op een on geveer 10 X zo grote schaal nl. 1 2000 of 1 2500. In sommige terreinen met een een voudige topografie kan men ook kaarten op schaal 1 5000 gebruiken. In het algemeen hoe ven zij niet het gehele gebied te bestrijken, al thans niet in het begin. Ook deze kaarten wor den het snelst met een voldoende nauwkeurig heid geproduceerd door middel van lucht fotografie. De foto's dienen dan tegelijkertijd als een in formatiebron voor de onderzoekingen van geo logen, voor de locatie van proefboringen, steengroeves, zand voor beton, voor het onder zoek naar aardverschuivingen (die dikwijls gemakkelijker in de foto's herkend kunnen worden dan in het veld). Het hoogtelijnen- interval is 5 meter. Met behulp van deze kaar ten wordt de definitieve plaats gevonden van de verschillende constructies en eveneens de tijdelijke plaats van de kampen voor werk lieden, kantoren, kantines etc. Ook worden 5

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1968 | | pagina 5