met dit kaartmateriaal schattingen gemaakt van grondverzet en volumina van stuwmeren. Nadat de definitieve keuze heeft plaatsgevon den en een plan geadopteerd, moet de aan dacht geconcentreerd worden op de bouw werken zelf. Voor het ontwerpen hiervan zijn nog nauwkeuriger en gedetailleerder plans nodig, meestal op schaal 1 500 met een hoog- telijneninterval van 1 meter. Tot nu toe had de geodetisch ingenieur alleen te maken met de produktie van kaarten op verschillende schalen. In deze 3e fase krijgt hij ook te maken met het uitzetten van maten (ontleend aan deze kaarten) in het veld. In bepaalde gevallen krijgt hij het nu gemakke lijker, omdat hij te maken heeft met het reali seren van de relatieve positie van naburige punten, zoals b.v. de hoekpunten van een ge bouw. De nauwkeurigheid van meten in het veld kan dan direct afgewogen worden tegen de absolute maten op de constructietekeningen. De nauwkeurigheid hangt van vele omstandig heden af. Wegen, die gebouwd worden met bulldozers, scrapers etc. hoeven niet nauw keuriger uitgezet te worden dan op 5 a 10 cm. Bekisting voor beton vraagt 3 a 6 mm; de sleu ven in de wand van een schacht waardoor een deur opgetrokken en neergelaten kan worden, moeten uitgezet worden met een tolerantie van 1,5 a 2 mm. De geodetisch ingenieur moet in deze fase ook grondverzet met grote precisie gaan be rekenen. Deze berekeningen immers zijn be langrijk voor de economie van het project en dienen ook als basis voor betalingen aan aan nemers. Vroeger was de voornaamste hande ling hiervoor het meten van profielen in het veld. Aangezien dit tijdrovend is en de voort gang van de constructie hindert of soms verhindert maakt men tegenwoordig ge bruik van een combinatie van veldmetingen en fotogrammetrie, of zelfs alleen van (terres- trische en/of lucht) fotogrammetrie. Dit laatste heeft tevens het voordeel, dat de situatie in het terrein op één bepaald moment wordt gefi xeerd en geregistreerd. De topografie op dat moment kan ten alle tijde opnieuw te voor schijn gebracht worden om profielen en bere keningen te controleren. Dit kan vooral in juridische geschillen over betalingen van be lang zijn. De berekeningen worden zo nodig met behulp van elektronische machines ver richt. Tenslotte kan het ook nodig zijn om landmeet kundig werk te verrichten voor het juist func tioneren en het onderhoud van de werken. Hiertoe behoren bij voorbeeld deformatieme tingen aan bouwwerken; geregelde controle metingen van vaste punten in gebieden waar aardverschuivingen dammen en stuwmeren bedreigen; periodieke lodingen om verzilting te controleren in havens; etc. Zij dienen in de eerste plaats als veiligheidsmaatregel; in de tweede plaats kan van deze metingen gebruik gemaakt worden als gegevens voor nieuwe ont werpen. Een gedetailleerde bespreking van al deze ty pen metingen bij de constructie van verschil lende soorten technische werken zou onmoge lijk zijn in de tijd die mij nu toegemeten is. Ik heb daarom besloten om U, aan de hand van het schema dat ik zojuist uitgewerkt heb, te laten zien hoe het landmeetkundig werk zich ontwikkelt bij de bouw van een betonnen dam, het bijbehorende krachtstation en de hoogspan ningsleiding die de opgewekte elektrische stroom afvoert. Het doel van dit project is dus om water, dat in beekjes en riviertjes en tenslotte in een rivier van de toppen van een bergketen naar beneden stroomt te verzamelen in een stuw meer dat gevormd zal worden door de bouw van een dam. Vervolgens zal het water via een korte tunnel door een krachtstation wor den geleid. Vandaar loopt de hoogspannings leiding naar de bewoonde centra. De plaats van de dam is nader bepaald op een kaart op schaal 1 15000 (ongeveer). Nadere bijzonderheden konden worden onderzocht op een kaart 1 2500, terwijl voor het ontwerpen van het bouwwerk zelf een kaart 1 600 werd gebruikt. Het ontwerp wordt nu ingekaarteerd in de be staande kaart (fig. 1), de as wordt vastgelegd en op voorlopige wijze uitgezet in het veld, in dit geval met een polygoon gemeten met een basisbaak. Nu moet men in principe gaan op passen, omdat men hoeken meet onder grote hellingen en in dit soort terrein schietloodaf wijkingen kan verwachten. Een onderzoek wijst uit dat de invloed hiervan op de gemeten afstanden maximaal is, als de afstand in de zelfde richting als de afwijking ligt. Bij een af stand van 100 meter, een helling tussen de standplaatsen van theodoliet en baak van 33 gr en een schietloodafwijking van 80 dmg, krijgt men een fout van 7 mm. Nadat de rivier is omgelegd begint het graaf werk. Als de dalwanden schoongemaakt zijn tot op de vaste rots en de geul is uitgegraven 6

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1968 | | pagina 6